“Ons huis ruikt helemaal naar koekjes!”, riep ik enthousiast toen ik binnenkwam. We hadden dat weekend heel wat pakken hennepisolatie weggewerkt in de bovenverdieping, en dat was er aan te ruiken. Geen idee hoe het komt, maar de geur die de dikke matten verspreiden doet ons telkens weer aan koekjes denken, en in de verte een propere stal. Nu polyurethaan duurder wordt is er weer een extra reden om over te schakelen naar natuurlijke isolatie. Los van de gevolgen voor mens en milieu.
Toen we een aantal jaar geleden bij vrienden gingen helpen verbouwen ontdekte ik voor het eerst dat glaswolisolatie (rockwool) absoluut niet aan mij besteed is. Van zodra het plafond opengebroken werd en de eerste stukken eruit kwamen, stopte ik niet meer met niezen. Tien, twintig, dertig, veertig, misschien wel honderd keer moest ik niezen, de keren dat ik in de tuin stond meegerekend. Ik kon daar gewoon niet blijven. Er was gelukkig nog van alles te doen dus was er snel een andere taak voor me geregeld in de tuin, maar mijn ogen bleven de hele dag gezwollen. Nooit zou ik dit materiaal in mijn huis willen, ook al stak het achter gyproc muren.
Onze keuze was dus snel gemaakt toen we zelf een huis kochten. We trokken naar Ecomat in Zoersel, specialist in ecologisch bouwen, waar we elke keer opnieuw met veel aandacht en warmte geholpen worden. Zij hebben een grote keuze aan ecologische isolatiematerialen, maar na een gesprek bleek de hennepisolatie het beste aan te sluiten bij onze verwachtingen. Je hebt er iets meer (dikte) van nodig dan bij klassieke glaswolisolatie (en verliest dus meer plaats) en het kost iets meer geld, maar het is een duurzaam materiaal dat 100% goed is voor ons milieu en onze gezondheid en na afbraak volledig terug opgenomen kan worden door de natuur. Voor ons is dat de meerprijs en het beetje ruimte dat we verliezen dubbel en dik waard. Gezondheid en duurzaamheid gaan bij ons bijna altijd boven de “goede koop”, tenzij de prijzen voor ons onhaalbaar of onrealistisch zijn, of er geen ecologisch alternatief voor handen is. Dan duren de verbouwingen maar wat langer.
We hadden kunnen kiezen om nog een aantal jaar te wachten met de aankoop van een huis, een hogere lening te nemen en een Bijna-Energie-Neutrale (BEN) woning te kopen, maar dat deden we niet. Wel kozen we met de middelen die we hadden voor een huisje uit 1850 met bijbehorende charme, maar bijna in staat van een ruïne. We namen ons van bij het begin voor om zoveel mogelijk met ecologische materialen te werken en hebben ons daaraan gehouden, met het oog op het milieu en onze eigen gezondheid. Lemen muren, vloer uit hennepbeton, ecologische kastanjeplanken, kapotte paletten, natuurverf, fair trade tegels, gekregen en tweedehands meubels en gyproc, van het gelijknamige bedrijf dat nu cradle to cradle werkt en aansluit bij onze waarden. Niet alles is ecologisch, we hebben een keuken van Ikea en een douchecabine van de Brico. Onze verf in de badkamer komt gewoon van de hobbywinkel en de kast rond de boiler is gemaakt van MDF.
We doen ons best, maar zijn niet fanatiek, soms maken we de gemakkelijke keuze. Maar over het algemeen, proberen we bewust na te denken over de keuzes van onze materialen. Het heeft ons letterlijk bloed, zweet, tranen en handenvol geld gekost, maar we zijn eindelijk aan de laatste loodjes. Omdat we alles zelf doen en geen grootverdieners zijn moeten we soms wachten voor een volgende stap, maar dan genieten we van de vrije tijd. Nog een paar camionettes naar koekjes geurende isolatie en ook ons dak is klaar voor (ijs)koude winterdagen en bloedhete zomernachten. Dan nog de muren dicht, laagje verf erop en een mooie kastanjevloer, ik kan het al helemaal voor me zien.
Foto: Een stukje hennepisolatie dat nog ligt te wachten op een nieuwe kamer.