Inktvisinkt

Eerst en vooral, deze foto is uiteraard niet van mij maar van de getalenteerde onderwaterfotograaf ©Filippo Borghi. Give thanks!

H. ziet ons al van ver achter de hekken staan. Haar brede glimlach maakt me instant vrolijk en ik strek mijn armen uit om haar te knuffelen. Zo gezellig dat we hier samen zijn! R. is er ook bij, en Q. komt in de verte aangewandeld. Toeval of niet, maar ieder van ons eet (sinds lang of kort) vegetarisch. Omdat R. recent besliste om een stap verder te gaan en voor vegan te kiezen (Oh nee! De Kaas!) zijn lekkere maaltijden al snel ons gespreksonderwerp.

R. ging vorige week in een sterrenrestaurant eten, dat doet ze wel vaker met haar vriend en schoonouders, en ze kan er echt van genieten. Sinds enkele maanden wil ze geen dieren meer op haar bord, dus bestelde ze ook hier het vegetarische menu. De liflafjes en bordjes die wel kunst leken waren heerlijk, maar bij het hoofdgerecht had ze toch haar bedenkingen. Zwarte pasta, gekleurd met inktvisinkt. Is dat vegetarisch? Ze zag recent een reportage waar men in toonde hoe inktvissen op brute wijze vermoord worden voor onze smaak, en dat is net één van de redenen waarom ze geen dieren meer wou eten. Maar inkt is geen vlees of bloed, telt het dan wel?

Ik vind het meteen een leuk filosofisch (of is het moreel?) dilemma om de nacht mee te starten. Q. is momenteel bezig aan een master in de filosofie, dus zijn inzicht willen we er zeker bij. We lachen ermee dat we op een feestje over zo’n vraagstuk bezig zijn. Met eieren en melk doe je in principe geen dieren kwaad, als je ze ten minste met liefde verzorgt (wat in de zuivelindustrie jammer genoeg vaker niet dan wel het geval is). Langs de andere kant moeten ze dan nog steeds “produceren” voor ons welzijn, is dat nodig?

Bij inktvisinkt ligt het nog net iets anders…De zakjes zitten diep in het lichaam van het dier en de inkt kan pas “geoogst” worden als je de inktvis opensnijdt. Vaak slaat men het dier voordien, terwijl het nog leeft, hard en ruw tegen stenen, zodat het vlees mals blijft voor ons. Naar de mening van ons vier, is inktvisinkt dus verre van vegetarisch, ook al gaat dat per definitie over “het eten van land- en zeedieren”. De inktzakjes zijn een fundamenteel onderdeel van het lichaam van een inktvis en het dier moet sterven zodat wij er aan kunnen. Komt dat dan niet op hetzelfde neer als bloedworst of kaviaar?

In het sterrenrestaurant dachten ze er in ieder geval niet over na. “Je moet al blij zijn dat ze een vegetarisch alternatief aanbieden!”, zeggen sommigen. Maar daar gaan we niet mee akkoord. Zoals verschillende hedendaagse filosofen al verkondigden geloven wij ook dat er ooit een tijd komt waarin we bewuster omgaan met wat we consumeren, en verantwoordelijkheid nemen voor onze daden. Een tijd waarin niet macht of geld maar bewustzijn het hoogste goed is.

In tussentijd zijn we er inderdaad al dankbaar voor dat je zo goed als overal een vegetarisch alternatief vindt, en dat het vaak ook meer is dan een bordje salade, wat tien jaar geleden nog wel vaak gebeurde. Al komen de pasta’s soms ook onze strot uit. Gelukkig zijn er meer en meer chefs die ontdekken dat vlees en vis niet per sé de sterren van de show hoeven te zijn en dat er ontelbare creatieve en lekkere mogelijkheden zijn met plantaardige producten. Die inktvisinkt hebben we als vegetariër niet nodig in onze pasta. De dieren mogen rustig blijven zwemmen in de zee, waar we hopen dat mensen ze over duizend jaar nog steeds zullen kunnen bewonderen.

We zijn het eens, wandelen samen naar binnen en genieten van de zuivere klanken en diepe bassen die ons tegemoet komen. Zo gemakkelijk kan het soms zijn.