Onder de lindebomen

“Zal ik je eerst afzetten en dan alleen naar T. rijden? Dan kan jij al beginnen in de tuin.” Ik wil nog een stapeltje papieren binnenbrengen bij onze boekhouder, die tegelijk een dierbare vriend is en in het dorp van mijn jeugd woont. En we willen ook nog heel wat klusjes doen bij papa. En we zijn vooral twee uur later dan gepland. Ik krijg dan meteen de neiging om me te haasten, maar merk dat deze keer op. “Of nee, zet me maar gewoon af bij T. en dan kom ik te voet naar papa, het is mooi weer en dan wandel ik door de dreef.” Het zou een kwartier langer duren, maar het maakte de dag veel mooier.

We zijn in Noorderwijk, het dorpje in de Kempen waar ik opgroeide. Als tiener heb ik nooit begrepen waarom mijn ouders van de stad naar hier verhuisden. Zelf voelde ik me nooit echt helemaal thuis tussen de andere dorpskinderen. Vanaf mijn zestiende ging ik met de trein naar school in Antwerpen en dat was één van de beste keuzes in mijn leven. Weg van onder de kerktoren. Na de eerste schooldag viel er een ton gewicht van mijn schouders. In het dorp voelde ik me het buitenbeentje, “de rare”. Op de kunstschool waar ik terechtkwam werd ik meteen opgenomen in de groep en zag ik er meer doorsnee uit dan de meeste van mijn medeleerlingen. “Anders” zijn, kritisch nadenken en je identiteit uiten waren daar net eigenschappen die anderen waardeerden. Twaalf jaar later sta ik terug in de dreef van het dorp waar ik niet meer wilde zijn. Ik ben hier al vaak teruggekomen met anderen, maar nog nooit alleen.

Het bladerdak van de dubbele rij imposante bomen biedt verkoeling op deze hete dag. Ik draai een rondje en zie dat ik helemaal alleen ben met de driehonderdtweeëntachtig linden. De beschermde dreef is hier al van in 1870 en verbindt het dorp met een kasteeltje. Ik wandel traag en laat me overspoelen door het zicht van de majestueuze bomen en het melodieuze getsjirp van de vogels boven mijn hoofd. Ik voel dat ik hier graag ben. Dat ik het fijn vind om regelmatig naar het dorp te komen als een soort van mini vakantie. Het beklemmende gevoel dat ik als tiener had is vervangen door vrijheid en een gevoel van rust in de cocon en tuin van mijn ouderlijk huis. En in het verlengde ook de plekken waar we samen wandelen met de hond. Ik begrijp nu waarom mijn ouders me liever tussen de dreef en het bos grootbrachten, dan in het centrum van een drukke stad. Het heeft me ook gemaakt wie ik ben, toch?

Halverwege kom ik langs de tuin waar ik voor het eerst in mijn leven echt alcohol dronk, en er een eerste degout aan overhield. We waren veertien. Twee vriendinnen met de ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis om hun maag leeg te pompen, eentje misselijk naar huis gebracht en ik bleef geschokt achter. Ook met alcohol in mijn bloed, maar omdat ik geen bier lustte was er niet zoveel keuze voor mij. Ik zie het allemaal terug voor me. Ook het verdriet en de verslagenheid in de ogen van de papa die het allemaal zag gebeuren. Die zijn dochter bewusteloos in de tuin vond en slap in zijn armen het huis in droeg. Nu ziet alles er rustig en netjes uit. Op de brievenbus zie ik dat ze er nog steeds wonen. Ik vraag me af hoe het met hen gaat, wens hen het beste en schudt het twee huizen verder van me af.

Voor me ligt het kruispunt in de brandende zon. Een grote vrachtwagen dendert erover en ik voel de trillingen tot onder de bomen. Ik vertraag mijn pas en denk aan wat M. me allemaal vertelde over wandelmeditatie. De hitte overvalt me op het einde van de dreef. Ik draai me om en geniet nog een keer van de eindeloos lijkende dubbele rij oude lindebomen die een koepel van fris groen vormen en verdwijnen in een stipje in de verte. Ik wandel de laatste honderd meter naar mijn ouderlijk huis, open de houten poort aan de zijkant van de met klimop ingepakte voormalige boerderij en wandel de kleurrijke tuin in. Blij dat ik hier altijd welkom ben en dat ik deze plek kan beschouwen als een getaway, een secret garden waar ik altijd helemaal mezelf kan zijn. Vrij van wrok en onbegrip voor hoe het vroeger was. Alleen wat nu is, is echt belangrijk.

Foto: Een foto nam ik niet tijdens de korte wandeling, dus M. deed dat met plezier de dag nadien. Met als je goed kijkt de lieve hond Mojo erbij. Give thanks.