Okja: Netflixsprookje zet vleesindustrie in z’n blootje

“This movie is turning people vegan!”, zag ik onlangs in een Facebookbericht van PETA (People for the Ethical Treatment of Animals). Met daaronder een beeld van een meisje met een gigantisch (en ook wel grappig uitziend) genetisch gemanipuleerd supervarken: Okja. De film is een modern en vaak grappig sprookje, geproduceerd door het populaire Netflix en met akelig veel gelijkenissen met de huidige vleesindustrie. In mei ging hij in première op het filmfestival van Cannes. Waar documentaires als Cowspiracy en Earthlings misschien enkel publiek bereiken dat specifiek op zoek is naar informatie zou Okja wel eens een entertainende eyeopener kunnen zijn voor een veel grotere groep mensen.

We zijn in de nabije toekomst. De bevolking blijft groeien, net zoals het voedseltekort. De oplossing volgens Lucy Mirando (Tilda Swinton als de manager van de agrochemische alleenheerser uit de film): Superpigs, een varkenssoort die GMO-vrij, gezond en vooral goedkoop zou zijn. Of dat vertelt het bedrijf toch aan de buitenwereld. De manier waarop het management er alles aan wil doen om de winst te blijven vergroten, ten koste van waarheid, mens en milieu, is een sneer naar de reële bedrijven die de voedselindustrie domineren. Netflix (straf statement met deze film, respect!) nam de Koreaanse regisseur Joon-ho Bong onder de arm die door middel van (uitvergrote en theatrale) personages, esthetisch mooie beelden en een geloofwaardig scenario het verhaal vertelt van industriële veeteelt, consumptie en dierenrechten. Een aangename verrassing in het filmlandschap.

Mija woont met haar opa in de bergen en is tien jaar lang opgegroeid met Okja, het lieve en intelligente supervarken waar haar opa voor zorgt in opdracht van Mirando. Ze zijn beste vrienden, spelen in het gigantische bos en zijn onafscheidelijk. Tot wanneer het project afloopt en Okja als beste supervarken de dubieuze eer krijgt om naar de presentatie in New York te gaan, en nadien naar het slachthuis. Mija’s onbegrip, frustratie en doorzettingsvermogen waren voor mij heel herkenbaar: hoe haal je het in je hoofd om een behulpzaam, warm en slim dier te vermoorden en op te eten? Het gaat hier over een individueel geval, maar de boodschap is duidelijk.

Het Animal Liberation Front krijgt een prominente rol en het is duidelijk dat de productie hen goedgezind is. Net zoals bij de andere personages is het soms wat karikaturaal maar dat kan wel in de film. Door de buitenwereld wordt de groep afgeschreven als terroristen, in de realiteit schieten ze enkel met aardappels, verdedigen ze zich met paraplu’s en zijn het vooral geëngageerde en liefdevolle dierenvrienden. De leugens van Mirando stapelen zich verder op en de “beelden” van Okja in het labo geven met letterlijk kippenvel en een krop in de keel. Niet omdat het zo gruwelijk in beeld is gebracht, wel omdat ik weet dat die situaties bittere realiteit zijn voor alle dieren die later in de supermarkt terecht komen. Het gedwongen dekken, de elektrische prikstokken, de “vetmeter”,…ze zijn er allemaal. Net als de (hier ietwat gekke) professor (Jake Gyllenhaal), die weent dat hij eigenlijk een dierenvriend is terwijl hij Okja pijn doet en op het einde van de maand een loon op zijn rekening krijgt.

Mija en het ALF zijn doorzetters. Ze willen koste wat het kost Okja bevrijden voor hij naar de gigantische slachterij gaat. Net voor de spannende ontknoping krijg je als kijker nog even het hele proces in de fabriek voorgeschoteld: Onder dwang en geweld naar binnen duwen, in een soort cilinder stappen met het hoofd door een gat en helemaal ingeklemd, een medewerker die een pin in het hoofd schiet, de cilinder die draait en het dier langs de juiste kant op de band laat vallen, de haken die het optillen, de man die het dier doormidden snijdt met een kettingzaag, een slachter die kotelet, bil en kop van het karkas snijdt, een rij vol kappende en snijdende mensen en ten slotte en steriele lopende band met netjes in plastic verpakte stukken vlees. Okja zit in de cilinder, Mija eist dat ze haar vrij laten. Je voelt de band tussen de twee en ik krijg tranen in mijn ogen. Je hoort de klaagzang van de dieren buiten en mijn hart breekt.

De gelijkenis met onze effectief bestaande vleesindustrie is pijnlijk correct. Voor bedrijven als Mirando (maak zelf de vergelijking met onze multinationals) staat geld altijd op de eerste plaats en het kan hen niets schelen dat ze iedereen beliegen en bedriegen, en voelende wezens behandelen als producten. Of het nu gaat om kippen, koeien, varkens, paarden, konijnen of vissen, de dieren die wij kweken voor consumptie wacht een miserabel leven met een zo mogelijk nog miserabeler einde. Willen we daar echt aan bijdragen? Okja brengt de boodschap op een frisse en originele manier: grappig, spannend en toegankelijk voor iedereen. Met vertederende momenten tussen Mija en Okja, absurde maar spijtig genoeg herkenbare uitspraken vanuit het Mirandokamp, griezelig realistische details, een tikje madness en prachtig gekleurde en uitgebalanceerde beelden. Hopelijk is Okja een reality check voor diegenen die de weg naar eerlijke berichtgeving nog niet vonden, of zij die liever hun rug draaien. De essentie plant sowieso ergens een zaadje in je hoofd, ook al bekijk je de film enkel als ontspanning.

Okja verschijnt niet in de bioscoop en is vanaf 28 juni exclusief te zien op Netflix.

PS: De film is toegankelijk voor kinderen maar niet elk kind zal er even goed mee om kunnen gaan. De productie ziet Okja dan ook als een manier om in dialoog te gaan over consumptie, vleesindustrie en dierenrechten.

Trailer: