“Ontdek het heerlijke vegetarische aanbod van Aoste, nu ook zonder vlees.”, vertelt de reclamestem me op het einde van het spotje over hesp terwijl er vijf variëteiten van vegetarische charcuterie in beeld komen. Echt?! Aoste? Het merk kwam twee jaar geleden nog in opspraak omdat ze vegetariërs clichématig en als onverzorgde hippies voorstelden. Maar ook zij springen nu op de kar van de vleesvervangers. Net zoals meer en meer vleesfabrikanten. Ze ruiken geld en marktpotentieel, maar tegelijk werken ze de positieve verandering mee in de hand. Is het tipping point bereikt? Is er no way back? Ik hoop het!
Begin deze maand kwam VTM naar buiten met beelden die ze samen maakten met Animal Rights in een kippenboerderij in Izegem. Veel kijkers waren geschokt door de gezondheidstoestand en levensomstandigheden van de dieren en waren verbaasd dat ‘vrije uitloop’ helemaal niet gelijk staat aan gelukkige kippen op een groene wei. En wie toch op de een of andere manier totaal ongevoelig kan blijven bij dierenleed (mij een raadsel), wil die eieren eten die uit zo’n ongezonde kippen komen? Onder andere supermarktketen Lidl zette zijn samenwerking met het bedrijf stop. (Dat hadden ze naar mijn mening al veel eerder moeten doen, ze hebben geen excuus en hadden zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor het controleren van hun leveranciers in plaats van te wachten tot de beelden naar buiten kwamen.)
Er zijn meer en meer vegans, vegetariërs en flexitariërs. Mensen die dierlijke producten soms of altijd aan de kant laten staan. Begin deze maand verscheen er nog een artikel in De Standaard: “Belgische vleesconsumptie daalt het snelst”. En een tijdje geleden kwamen de slagers klagen dat hun omzet gedaald was. Zo goed als alle restaurants bieden een plantaardig alternatief en de koelafdeling van de supermarkt begint voller en voller te geraken met allerlei vleesvervangers. Vorig jaar kwamen er al berichten uit Duitsland om te zeggen dat er een aantal grote vleesfabrikanten begonnen waren met de verkoop van vegetarische en veganistische producten, en dit najaar volgt Aoste als eerste Belgische merk.
Ik mag er eigenlijk niet over oordelen, maar ik denk niet dat ze de markt om ideologische redenen aanboren, wel omdat ze goed genoeg weten dat de toekomst plantaardig(er) zal zijn, en dat als ze niet op de kar springen, de kar hen met een rotsnelheid voorbij zal denderen. Zitten we te wachten op het aanbod van Aoste? Niet echt. Of ik toch niet. Er zijn genoeg lekkere (biologische) alternatieven, voor zover ik niet zelf iets probeer te voorzien. (Zelfgemaakt beleg, of nog liever: geen brood.) Maar als grote vleesfabrikant kan het ook als statement wel tellen. Zeker na de reclamemiskleun van twee jaar geleden. Wat een overwinning! Ze hebben hun beledigingen aan het adres van de vegetariërs goed gemaakt met een volledige productlijn. Weliswaar naast het bestaande vlees. Het zal nog wel even duren voor ze daar volledig vanaf stappen. Maar ik focus op het positieve: vleesfabrikanten kiezen voor vegetarische alternatieven.
Zelf probeer ik ze zoveel mogelijk ter vermijden en haal ik proteïnen het liefst uit linzen, kikkererwten, bonen of noten. Of ik maak zelf verse burgers. (Tip: Kidney beans met havermout en champignons, yummie!) Maar af en toe smaakt zo’n prefab vervangproduct wel eens. Twintig jaar geleden proefden veel van die dingen hetzelfde. Naar niks dus. Maar ondertussen zijn er talloze variëteiten en smaken die bijna niet moeten onderdoen voor verse creaties. Voor mensen die de smaak van vlees missen zijn er de leuke producten van de Vegetarische Slager (probeer zeker de gehacktbal) die soms verdacht veel zoals echt vlees proeven, en de gepeperde seitansteak van Weathy komt bijvoorbeeld ook geregeld op onze tafel. Meer en meer consumenten zijn op zoek naar een diervrij alternatief, en dat de grote merken daar in meegaan kan ik alleen maar toejuichen.
Foto: niet van mij, maar van een vegetarische chef die hem gratis ter beschikking stelt. Give thanks!
Pingback: Plantaardig eten als oplossing voor (chronische) ziektes – Onder de bomen