Wat is ‘het paradijs’? De wereld die wij creëren met megalomaan grote gebouwen, kilo’s antidepressiva en drukke jobs met grote ego’s? Of is het net het tegenovergestelde? Klein maar fijn wonen, tijd doorbrengen in de natuur, vrij zijn van bewaarmiddelen, creditcards en overvolle mailboxen? This is paradise, this is the first world, zei Jesse Royal over mijn favoriete eiland in de documentaire Noisey Jamaica. En dat zette mij aan het denken.
We noemen landen die dichter bij de natuur staan en niet meelopen in de race naar groter, nieuwer en mooier ontwikkelingslanden. Alsof ze minderwaardig zijn en pas respect verdienen als ze op ons niveau meedraaien. Natuurlijk zijn veel armere landen verre van het paradijs, maar als we de plaatsen waar oorlog heerst buiten beschouwing laten, staan zij die in de zogenaamde derde wereld leven er dan zo veel verder vanaf dan wij?
Uit onderzoek blijkt dat geld niet gelukkig maakt, maar dat het wel cruciaal is om te kunnen voorzien in je basisbehoeftes, en dat is dan weer een voorwaarde voor geluk. Maar waar ligt die grens dan? Voor sommigen zijn basisbehoeftes elke dag eten op tafel, een iets of wat beschermend dak boven het hoofd en een moestuin die niet geteisterd wordt door natuurelementen. Anderen hebben dan weer het idee dat hun basisbehoeftes bestaan uit wekelijks uit eten kunnen gaan in een duur restaurant, de auto van hun dromen en meerdere citytrips per jaar. Maar is die tweede groep gelukkiger dan de eerste?
Niet per se. Wie kan voorzien in zijn basisbehoeftes en schuldenvrij leeft in harmonie met de natuur heeft weinig bezit, maar ook meer vrijheid en minder zorgen. Wat is de essentie van het leven? Rondhollen en onszelf voorbijlopen om steeds meer geld te verdienen en te snakken naar de weinige vrije tijd en rust die we enkel in de weekends en op vakantie (meestal in de natuur) kunnen vinden? Of voorzien in onze basisbehoeftes, tijd nemen om te zorgen voor elkaar, de vrijheid hebben om zelf je agenda te plannen en geen nood hebben aan verlof omdat je elke dag al in een paradijselijke omgeving zit? Uiteraard is het niet zo zwart-wit. Het paradijs is voor iedereen anders. Maar dat wij het met onze betonblokken en overvolle landschappen niet hebben gecreëerd, lijkt me duidelijk. Als het allemaal zo geweldig is, waarom vluchten we dan zodra we de kans krijgen naar tropische eilanden, indrukwekkende bergtoppen of gewoon naar onze Belgische kust of Ardennen? En wie dan toch thuis blijft, geniet vaak van de pracht en praal van een eigen tuin of een natuurgebied in de buurt.
This is the first world, because this is nature in its greatest essence. De woorden die Jesse Royal uitspreekt op een prachtig strand vallen niet in dovemansoren. (documentaire van Zach Goldbaum op Viceland, vanaf minuut 33…) Hoe kunnen we onze artificiële creatie de eerste wereld noemen en de ongerepte natuur beschouwen als de achtergestelde, derde wereld? De natuur zal altijd de eerste wereld zijn, zonder haar vinden we geen balans. We hebben haar nodig om te aarden, om opnieuw te beseffen wat écht belangrijk is in het leven en om te kunnen overleven.
Life is not pressure, the system is pressure. The system pressures you to maintain their standard of living. Die waardevolle woorden spreekt Jesse niet veel later uit. Vaak blijven we meedraaien in de mallemolen om de ‘status’ de behouden die ons zogezegd gelukkig maakt. Net als heel veel mensen in onze samenleving voelde ook ik de hete adem van de maatschappijdruk in mijn nek, kreeg ook ik het idee dat het goed was om zoveel mogelijk te werken en het altijd druk te hebben, dacht ook ik dat het ‘nodig’ was om altijd bezig te zijn, dat het geen kwaad kon om alsmaar door te gaan en dat het normaal was om zoveel stress te voelen. Ik ging aan een rotvaart vooruit, zonder te weten voor wie of wat. Tot ik stilstond in het midden van de concrete jungle.
Ik zette een stap terug, trok naar de natuur en sloot me af van de (digitale) buitenwereld. Ik ging naar de essentie en merkte op dat de druk en doelen die ik voelde niet de mijne waren. Ik was aan het lopen alsof er iemand met een zweep achter me aanliep, om dan te merken dat het een illusie was. Stilstaan en op zoek gaan naar de eerste wereld gaf me rust. Of het nu een korte wandeling door het gemeentebos is, een zeiltrip op de Schelde, een weekend in de Ardennen of drie weken in IJsland: geef je volle aandacht aan de natuur en ze blijft je energie, inzichten en kracht geven. We hebben er nood aan. Daarvan getuigen ook de steeds populairder wordende digital detox-vakanties en de retreats waarbij je back to nature gaat. Er is vaak maar weinig nodig om de connectie opnieuw te vinden, maar we hebben ze wel nodig. Uiteindelijk zijn we zelf natuur, alleen zijn we dat soms even vergeten.
Het paradijs op aarde bestaat niet. Maar moest het er toch zijn, dan zouden er bij mij geen grotere huizen, geen mooiere auto’s, geen eindeloze voedingskeuzes, geen luxueuzere vakanties en niet nog meer werkuren zijn. Nee. Mijn paradijs zou een tuin van eden zijn, met ontelbare zoete vruchten, kleurrijke bloemen en overheerlijke planten. Met een klein huisje dat net groot genoeg is, maar vooral heel gezellig. Met majestueuze bergen op de achtergrond en een klaterend en kristalhelder riviertje waar je zo uit kan drinken, en dat een beetje verder naar beneden dondert langs een feeërieke waterval. En elke dag de warme gloed van de zon, afgewisseld met een beetje regen (of beter op z’n Jamaicaans gezegd: liquid sunshine). Schuldenvrij, levend van het land en gelukkig met de bare necessities, zoals de beer Baloo het zo mooi zong in The Jungle Book.
De rasta’s geven me al heel mijn leven wijsheden mee en blijven ze herhalen. Vooral via de duizenden geweldige nummers die ik blijf ontdekken, maar nu dus ook gewoon op tv. Give thanks. Het geeft me weer inspiratie om verder te bouwen aan mijn eigen likkle zion, mijn eigen paradijs. Eentje waar all tribes welkom zijn.
Iedereen heeft zijn of haar eigen dromen, doelen en idealen. Daar stap voor stap aan werken, zonder druk van buitenaf, in connectie met de natuur, kan je dichter bij het paradijs brengen dan je verwacht.
Foto: lokale bloemen die onderdeel uitmaken van mijn paradijs. <3
Gewoon gezond en gelukkig zijn kan ook een aards paradijs zijn 😉
Bedankt om me daar nog eens aan te herinneren Werner, want dat is helemaal waar :).