Met de zeilboot naar Londen (1)

We zijn het kanaal overgestoken! Niet dat van Albert, maar de Noordzee. In de gezellige zeilboot op de golvende zee, was en voelde de buitenwereld letterlijk mijlenver weg. En ’s nachts de overtocht maken droeg alleen maar bij tot de mystiek. Ons einddoel: Londen. We geraakten er, maar niet met de boot. De natuur besliste negen dagen lang over onze planning. Wind, stroming en weersvoorspellingen waren tegelijk onze bondgenoten en vijanden. Gelukkig was moeder aarde ons over het algemeen goedgezind. Wat een reis!

Het stond al een paar jaar op de planning: met de El Burro het kanaal oversteken en Londen binnenvaren. Na drie weken IJsland vorig jaar en veel zeiltripjes op binnenwater, wisten we dat we perfect samen konden reizen met G en J, dus we mochten mee. Heerlijk, om je zo verbonden te voelen met vrienden.

Om vijf uur gaat de wekker. Het is de maandag na Reggae Geel, waar we bewust niet de laat zijn blijven plakken. Maar voor reizen staan we met plezier vroeg op. Een kleine drie uur later varen we met de boot waarop we maandenlang zouden kunnen overleven (die hoeveelheid eten!) onder de stralende zon de haven van Herkingen uit, een leuk plekje aan het Grevelingenmeer in Nederland. Vanavond willen we in Blankenberge zijn, om dan morgen de Grote Oversteek te maken. Via de sluis komen we meteen op de Oosterschelde terecht, die platter dan plat is. Er is zo goed als geen wind, en het wordt elke minuut heter in de blakke zon, in de kuip van de El Burro. We genieten van de heerlijke zomertocht, komen net op tijd voor de opening van de Zeelandbrug en varen vlotjes naar de Roompot.

Vanaf hier is het onbekend terrein. Achter de sluisdeuren ligt de zee, waarvan het zilte parfum ons al uren prikkelt. Maar op deze zwoele dag lijkt de Noordzee even veel zuidelijker te liggen. Buiten een lichte deining, zijn er geen golven te bespeuren. Links van ons liggen de Zeelandse duinen. De mensen op het strand lijken uit een andere wereld te komen. We kijken naar de vliegers en spelende kinderen, of naar de andere kant: eindeloze glinsterende zee, met af en toe het silhouet van een andere zeilboot of een industriële mastodont. De tijd gaat snel en traag tegelijk als je over het water tuurt. Omdat er geen wind is varen we op motor en moet er niets gebeuren met de touwen. Weinig zeilen aan, maar wel een relaxte tocht.

Vallende sterren en lichtgevende golven

Het is de late namiddag, ter hoogte van Vlissingen, wanneer we naar de strakblauwe lucht boven en de vriendelijke zee naast ons kijken. We beslissen collectief om geen tussenstop te maken. Het weer ziet er goed uit, we voelen ons fit en we zien het zitten om in één keer door te varen naar de overkant. Morgen is er bovendien kans op onweer, en we zouden tijd winnen. We doen het gewoon! Bij zonsondergang passeren we Blankenberge, Wenduine en de duizenden lichtjes van Oostende. De mannen zouden de eerste wacht voor hun rekening nemen. J en ik kruipen iets voor middernacht in ons bed, om drie uur later wakker te worden met de lichtjes van Duinkerke en Calais. Mijn lieverd fluistert in mijn oor dat er ontelbare vallende sterren zijn, en dat de golven licht geven. Ik kleed me snel aan, kom buiten in de zachte, windstille zomernacht en krijg tranen in mijn ogen wanneer ik het noorderlicht op het water zie. De zee lijkt wel van fluweel. Ze komt uit een sprookje. Elk klein golfje krijgt een fluorescerend groen randje. En als er een grote boot voorbij komt, is de eerste golf honderden meters lang verlicht. Ik moet denken aan de film Life of Pi en ben ontzettend dankbaar dat ik dit mag meemaken. (Google: zeevonk). In mijn ooghoek zie ik de eerste vallende ster: dit wordt een heerlijke nachtwacht. Vrouwen aan het roer! Met hulp van verse gemberthee en de kapitein, die voor het oversteken van de Shipping Lane het stuur in handen neemt. Uiteindelijk valt het beter mee dan verwacht, zien we de boten op een app en door de lichtjes van ver aankomen, en kunnen we er redelijk gemakkelijk tussendoor varen. Daarna voelt het alsof we helemaal alleen op de wereld zijn.

Drie uur later neemt mijn J het even alleen over en gaat kapitein G voor het eerst echt in bed liggen om een paar uur te slapen. J ziet als enige de zon opkomen boven de nog steeds vlakke zee. Uitgeput van zijn zware verkoudheid en de nachtwacht kruipt hij tegen half acht in bed, en nemen wij vrouwen het weer over. We zijn nog geen kwartier aan het varen of we zien in de verte iets wits. Zou dat land kunnen zijn?! We twijfelen nog even, maar een half uur later is het duidelijk. Het zijn de kliffen van Dover! Elke minuut tekent de kustlijn zich scherper af. We kijken elkaar met een grote glimlach aan en omhelzen elkaar uitbundig. We zijn er bijna geraakt! Toch wel speciaal om de andere kant dichterbij te zien komen. De kliffen schitteren in de ochtendzon terwijl we op drie uur tijd naar de oude haven van Ramsgate varen. Na meer dan vierentwintig uur op het water krijgen we een warm welkom en zijn we blij met de net iets te hete douches. Wat een prachtnacht.

Ramsgate Marina, met de geliefde El Burro in het midden (brede streep, zwarte bol vooraan)

Change of plans

Vergane glorie, zo voelt het wanneer we Ramsgate binnenlopen. De brede boulevard doet me denken aan vervlogen tijden waarin de Engelsen de wereldzeeën veroverden en de grote, statische gebouwen en ornamenten hier neerplanten. Maar alles is veranderd, en vandaag is het alleen maar geschiedenis. Het is verrassend druk op het strand, waar we terechtkomen bij een museum over de (trein)tunnels die onder heel het stadje lopen. Daar verstopten de burgers zich en bleven ze soms dagenlang zitten om aan de bombardementen van de Duitsers te ontsnappen. We passen voor de tour door de rest van de tunnels en koesteren ons even later weer in de hete middagzon. Maar we zijn moe. In de late namiddag hangen we loom op de boot en maken de kapitein en ik de planning voor morgen. Er staat pasta op het menu, maar we zijn te moe dus warmen we soep uit blik op. We willen vroeg opstaan en via de monding van de Thames naar Queensborough varen en hebben een beetje het gevoel dat we op een soort ontdekkingsreis zijn. Dat ze vroeger dachten dat de wereld plat was, is vanop de zee heel gemakkelijk te geloven. Mijn gedachten dwalen vaak af naar zeereizigers uit het verleden, en de manier waarop ze enkel de natuur en een kompas gebruikten om te navigeren. Respect.

Het uitzicht vanuit de El Burro.

De volgende dag draait helemaal anders uit dan verwacht. Mijn J heeft een zware hoest en voelt zich niet lekker, terwijl we een lange dag voor de boeg hebben. Het eerste half uur varen we relatief rustig langs de witte kliffen, verlaten stranden en zelfs een prachtig kasteel. Maar de wind blaast onvermoeibaar en steeds harder, even later boksen we tegen de stroom in en klotsen we in alle richtingen over de golven. Op geen enkel moment echt gevaarlijk, maar voor een onervaren zeiler als mij toch wel heel spannend. Mijn J gaat vastgeklikt aan een leeflijn naar de mast om het zeil te reven, staat daar een minuut mee te deinen op de onvoorspelbare golven en komt zeeziek terug. Het is verschrikkelijk om mijn lieverd zo te zien lijden… Maar we varen door en komen aan het begin van de gigantische monding van de Thames. Een pak groter dan we hadden verwacht, en dus ook veel minder beschut. De zee wordt nog woeliger en de wind blaast zoute spray in mijn gezicht. Het zeilen wordt super intensief, en na een half uur besluiten we dat we dit geen hele dag kunnen volhouden, en J al helemaal niet. Terug in Ramsgate blijkt dat we in totaal maar vijf uur gevaren hebben, maar we zijn uitgeput. Het positieve? De zeilervaring. Een tochtje op binnenwater zal nooit meer hetzelfde zijn.

Aanvaarden en loslaten: gelukkig zijn we daar goed in. We gooien onze plannen om en beslissen al snel dat we zeker naar Londen willen: met of zonder boot. Onze eerste keuze is de trein, maar dat (geprivatiseerde transport) kost meer dan het dubbele van een kleine huurauto, die we voor drie dagen ergens kunnen parkeren. Tot onze eigen spijt kiezen we voor die auto, en rijden we morgen door het platteland naar de metropool die Londen is. Twee nachten zullen we in Farringdon logeren, tien minuten van King’s Cross Station. We hebben de extra kosten er met plezier voor over, leggen alles vast en blijven nog wat lezen en praten op de boot. Gelukkig werd mijn J beter van zodra hij aan wal kwam, en werd hij al snel zijn oude zelf. Ik flans een groentesoep in elkaar en we maken onze favoriete comfort food: ovenschotel met vegetarisch gehakt (of linzen), prei, aardappelpuree en kaassaus (niet vegan, sorry!). Met de soundtrack van meeuwen op de achtergrond kruipen vroeg in bed en kijken we er naar uit om een citytrip te doen in het midden van onze zeilvakantie. London Calling!

LEES HIER DEEL 2

Foto’s: G en ik
Bovenaan; Ramsgate Marina exit.