Afgelopen donderdag stelde Conscious Crew vzw tijdens het derde Conscious Café het nieuwe jaarthema voor: Fair Fashion. Net zoals de voorbije twee jaar deden ze dat aan de hand van een documentaire. Deze keer was dat ‘The True Cost’ (2015), waarin regisseur Andrew Morgan kritisch kijkt naar de impact van de mode-industrie op mens en milieu, maar ook alternatieven aanbiedt. Na de film vertelde Bie van B.Right hoe we zelf het verschil kunnen maken.
Bijna een jaar geleden publiceerde ik een blog over ‘waarom ik weinig kleren koop’. Duurzame kleding kopen maakt dus al langer deel uit van mijn leven, maar dat neemt niet weg dat ik altijd nieuwsgierig blijf naar nieuwe feiten, echte verhalen en positieve oplossingen. En die wil ik dan weer heel graag delen met iedereen om me heen.
Het was dan ook leuk om te zien dat de theaterzaal van De Nieuwe Vrede in Berchem bijna helemaal gevuld was voor de vertoning van ‘The True Cost’, vooral met vrouwen. Je kan de film nochtans gewoon bekijken op Netflix, maar dat is toch niet hetzelfde als die ervaring delen met gelijkgezinden van de Conscious Crew. Mijn mond viel verschillende keren open; de impact is nog veel groter dan ik al dacht.
Goedkoop kopen is andermans leven negeren
Van bij het begin maakt regisseur Andrew Morgan duidelijk dat de mode-industrie een gigantische impact heeft op het milieu én op mensen, in hoeverre die twee al niet innig verbonden zijn. De laatste twintig jaar is die negatieve impact door Fast Fashion nog veel erger geworden. In plaats van vier collecties per jaar te hebben, zijn er nu veel winkels waar elke week een nieuwe arriveert. De bedrijven kunnen meer verkopen, want consumenten willen altijd maar meer hebben.
Door de globalisering kunnen multinationals kiezen voor de goedkoopste producenten op plaatsen waar er geen strenge regels zijn. Ze zetten fabrieken onder druk om voor lagere prijzen te werken en weten dat de mensen ter plekke vaak geen andere opties hebben om geld te verdienen. Beter iets dan niets, omdat het niet anders kan.
Het Rana Plaza-drama (2013) had een wake-up call moeten zijn voor de mode-industrie, maar het jaar nadien behaalde de sector de grootste winst ooit. De (hoofdzakelijk vrouwelijke) arbeiders dragen al het risico voor onze kleding. Door goedkoop te kopen negeren we het leven van anderen en de mensenrechten die daarbij horen… Een arbeidster in Bangladesh vraagt het zich luidop en in tranen af: “dragen zij dan gewoon die kleding zonder er om te geven dat die gemaakt is van ons bloed?” Even later komen er enkele Amerikanen in beeld die schaamteloos voor de camera zeggen dat sweatshops niet zo erg zijn, dat we dan toch jobs voorzien voor die mensen en dat het een betere optie is dan al het andere wat ze daar kunnen doen om geld te verdienen. Alsof dat een excuus is…
Wereldwijd werken meer dan veertig miljoen (!) mensen in de kledingindustrie, waarvan vier miljoen in Bangladesh. Veel grote merken laten hun kleding daar maken omdat het minimumloon het laagste is van de hele wereld; onder de drie Amerikaanse dollar per dag. Een vrouw vertelt dat ze een vakbond startte om dat aan te kaarten bij het management, maar die deden de deur op slot en sloegen de vrouwen zwaar in elkaar met stokken en strijkijzers. Verschrikkelijk. En dat allemaal voor onze goedkope kleding.
The true health cost
Er komt een vrouw aan het woord waarvan de familie al generatieslang biologisch katoen kweekt in Texas (VS), waar miljoenen (ja, letterlijk) hectaren katoen worden verbouwd. Ze vertelt dat tachtig procent van de boeren in die regio genetisch gemodificeerde planten kweekt, die allemaal (per vliegtuig) besproeid worden met de omstreden pesticide Round-Up van het even omstreden Monsanto. Haar man is overleden aan kanker, en hoewel ze het niet rechtstreeks kan bewijzen, is ze er zeker van dat het met de pesticiden te maken had, net zoals de zovele andere kankergevallen in de regio. Wij lopen misschien zelf niet tussen die velden, maar onze huid is het grootste orgaan van ons lichaam en wat we dragen heeft wel degelijk invloed op onze eigen gezondheid. Welke stoffen willen we dan dragen?
De voormalige directeur van Monsanto India komt aan het woord en vertelt dat de multinational bewust een monopolie wou creëren voor zaden. Die zaadjes zijn maar liefst zeventienduizend (!!!) keer zo duur als diegene die de boeren voordien gebruikten. Het rechtstreekse gevolg? De voorbije zestien jaar pleegden maar liefst tweehonderdvijftigduizend (onbevattelijk veel) Indiase boeren zelfmoord omdat ze geen uitweg meer zagen uit hun schulden.
De boeren hebben ook nog dure pesticides nodig van diezelfde Monsanto, maar de impact daarvan op het milieu is al lang bewezen en de mensen die in die regio’s wonen merken grote gevolgen voor hun gezondheid, waaronder ontzettend veel meer handicaps (zowel mentaal als fysiek), en verschillende vormen van kanker. Belangrijk om te weten: Monsanto produceert en verkoopt niet alleen de zaden en de pesticiden, maar ook de medicatie die nodig is om de gevolgen ervan te beperken. Ze passeren dus drie keer langs de kassa en maken zo hun eigen cirkel rond. Schaamteloos, met als enige doel meer winst.
The true environmental cost
Na olie is de kledingindustrie de meest vervuilende ter wereld. De chemicaliën die gebruikt worden verontreinigen onze aarde en alles wat er op leeft heel diep. Net zoals in de sterke documentaire van Stacey Dooley (Fashion’s Dirty Secrets) zien we hoe de fabrieken tonnen vervuild water ongefilterd in rivieren laten stromen, en hoe ze CO² uitstoten alsof het zuurstof is. In Kanpur is er nog veel meer vervuiling, ook in de heilige rivier Ganges. Westerse merken troepen daar samen om goedkoop leer te produceren, met als gevolg dat door de grote hoeveelheid chroomoxide, die gebruikt wordt voor het looien, álles in die regio vervuild is: water, grond en de gekweekte groenten. Vergis je niet, het zijn niet alleen de goedkope merken die hun impact negeren; de meeste high end fashion brands zijn geen haar beter.
We kopen met z’n allen heel veel nieuwe kleding, maar we gooien ook veel weg. In Amerika alleen al is dat elf miljoen ton per jaar! Ook de kleding die we weggeven aan goede doelen wordt niet gespaard in de documentaire. Het grootste deel daarvan komt namelijk in gigantische hoeveelheden terecht op armere plekken van de wereld, zoals in Haïti. We verplaatsen ons afval naar daar en creëren een stort, uit ons zicht.
De illusie dat kopen gelukkig maakt
Verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben het al bewezen: hoe meer belang je hecht aan materialisme, hoe ongelukkiger je wordt. Nochtans doet (mode)reclame ons het tegenovergestelde geloven; alsof je al je problemen kan oplossen met consumeren, en daarom is het pure propaganda. Vroeger kochten mensen misschien vier T-shirts per jaar en kwamen ze daar vlot mee toe, nu kopen sommige mensen elke week iets nieuws, ook al hebben ze eigenlijk geen geld voor belangrijkere dingen. Tegenover twintig jaar geleden is de kledingverkoop met vierhonderd procent gestegen. We behandelen kledingstukken alsof het single use wegwerpproducten zijn, terwijl het eigenlijk spullen zijn om lang te gebruiken.
Fast Fashion maakt ons alleen maar armer en de bedrijven rijker. – Livia Firth, UN Leader of Change en oprichtster van Eco-Age.
“Alles mag bekritiseerd worden, behalve het kapitalisme”, zegt econoom Richard Wolff. “Volgens het kapitalistische systeem moeten we altijd maar meer willen, maar we botsen op natuurlijke en menselijke grenzen. Het probleem zit hem niet alleen in de kledingindustrie, maar in het hele systeem. Zo lang financiële winst de maatstaf is voor succes, blijven we symptomen behandelen.”
Positieve evolutie
Gelukkig zijn er ook ondernemers die het wél goed voorhebben met de aarde en haar bewoners. Eén van de pioniers in de duurzame mode-industrie is Safia Minney, de zaakvoerster van People Tree. Zij startte twintig jaar geleden al met kleding die zo weinig mogelijk impact heeft op het milieu én die iedereen in de productieketen goed behandelt. Zo ontwerpt het team ook een nieuwe collectie op basis van de vaardigheden van de werkers, niet vanuit wat er wordt verwacht van de industrie.
Een andere voortrekker is het outdoor merk Patagonia. Zij wíllen niet altijd maar méér verkopen, maar wel bijdragen aan de oplossing van het probleem. Ook Stella McCartney sprong op de duurzame kar en stelt dat consumenten de macht hebben door te kiezen waar ze shoppen.
Zelf aan de slag
Dat er steeds meer bewustzijn komt in de modewereld bevestigt ook spreker Bie van B.Right, specialiste in fair en slow fashion. Zij kwam na de documentaire vertellen over de positieve evolutie die ze de laatste jaren ziet, ook in België. “De enige reden waarom er duurzame merken zijn is omdat consumenten die willen”, zegt Bie. “Bevraag dus je lievelingsmerken en ga op zoek naar alternatieven, ook voor andere dingen dan kleding. Elke kleine stap heeft een impact.”
Ze geeft aan dat je zelf kan bepalen waar je de focus legt binnen duurzame mode: vegan, gezondheid, milieu, mensen,… Je kan nooit honderd procent juist kiezen omdat er constant nieuwe producten uitkomen zoals Tencel (stof uit eucalyptushout), leer gemaakt van mycelium (gekweekte schimmeldraden) of Pinatex, uit ananas. De vooruitgang lijkt in ieder geval niet meer te stoppen, al blijft het voorlopig nog een niche.
Wie door de bomen het bos niet meer ziet kan bij Bie terecht voor lezingen of tours in kleine groepjes, waarbij je interessante merken en winkels bezoekt. De laatste jaren heb ik zelf ook een aantal favorietjes (#notsponsored) gevonden voor als ik toch iets nieuws koop: tentree (mooie kleding uit zachte Tencel waarvoor ze per stuk tien bomen planten die je met je persoonlijke code online kan tracken), HoodLamb (beste en warmste jassen die ik ooit heb gedragen, gemaakt uit hennep, vegan én een deel van de opbrengst gaat naar Sea Shepherd), Itopia (unieke, lokale, muzikale en duurzame designs: limited editions!) en het Duitse ArmedAngels (mooie collecties, bieden al meer dan tien jaar tegengewicht voor fast fashion).
Bedankt Conscious Crew, om ons weer een stap dichter bij een bewustere en duurzame wereld te brengen! Ik kijk al uit naar de volgende gathering. 😊
Wie meer wil lezen over bewust consumeren in het algemeen verwijs ik graag door naar mijn vorige blog. Het verslag van het eerste Conscious Café en Plastic Ocean vind je hier.