Vakantie onder Belgische bomen

Vakantie: afgeleid van vacatio (Latijns werkwoord vacare) dat staat voor vrij zijn van verplichtingen. Het is een periode waarin een persoon zijn gewoonlijke dagelijkse activiteiten staakt, zoals naar school of het werk gaan.

Drie weken lang vierden J en ik vakantie. We staakten onze dagelijkse activiteiten en waren vrij om te doen wat we wilden. Dit jaar gingen we niet met de boot naar Londen of met de rugzak door IJsland. We bleven in eigen land, en genoten van heerlijke uren onder de bomen. Van West-Vlaanderen tot Namen: overal vonden we de natuur en de vibes die we zochten. Offline (lees er hier meer over, in de blog die ik er vorig jaar over schreef), zonder nieuwe input en nieuwsfeiten, voelde ik mijn geest en lichaam ontspannen en tegelijk heel sterk worden.

Onder de bomen in West-Vlaanderen

De vakantie startte met ons favoriete festival: Irie Vibes, een kleine maar prachtige parel waar we elk jaar voor naar Kortemark trekken. We logeerden voor de tweede keer in een mooi gerenoveerde boerderij, die papa en M huurden en deelden met ons, een koppel vrienden en een vriendin. De helft van ons gezelschap genoot puur van het ontspannen weekend. Vooral in de grote tuin met appel-, peren- en notenbomen, inclusief de kleurrijke hangmatten met zicht op de koeien in de velden. Vorig jaar zagen we zelfs een kalfje geboren worden!

In de late namiddag trokken we naar het veld waar onze favoriete muziek al een aantal uur door de boxen aan het dreunen was. We zagen oude en nieuwe bekenden, lachten en praatten, en dansten urenlang op fantastische platen. Het hoogtepunt was de geniale set van Jahmbassador, met zangeres Marijah in topvorm, op fantastische nieuwe tunes. Legendarische nacht, die we afsloten in het huis met de bomen. (Het volledige verslag kan je vinden op Reggae.be.)

Onder de bomen in de Ardennen

De dag na Irie Vibes was het bloedheet en trokken we dankbaar naar ons gereserveerde huisje in de Ardennen. Het was er een paar graden frisser dan bij ons, en er was een mooi zwembad ter beschikking. Op het domein stonden duizenden bomen en waren er verschillende vijvers en rivieren die ons verkoelden. Tot ’s avonds laat lagen we te dobberen in het heldere water, met zicht op een grote vijver en een bos, zonder andere gasten in de buurt.

Rond de middag zochten we op die warme dagen verkoeling op andere natuurplekjes. De toeristische foto’s en folders van de gekende (aangelegde) ‘Meren van de Eau d’Heure’ schrokken me af, maar J wist zeker dat we er wel een rustig plekje zouden vinden. Hij bestudeerde de kaart zorgvuldig, en ik vertrouwde hem. We reden naar een stuk waar de weg iets verder (vijftig meter?) van een meer lag dan langs de andere oevers. Na een paar minuten wandelen over een bospad kwamen we uit aan een verlaten stuk meer, volledig omzoomd door bomen en bevolkt door tientallen vogels en een sierlijk koppel zwanen.

Ons ‘privé’ plekje aan het meer.

We creëerden een gezellig hoekje in de schaduw van de hoge bomen en bleven er de hele middag hangen. Pratend. Lezend. Luisterend. Kijkend. We zagen één opblaasbootje in de verte aan komen varen en één persoon op een felroze luchtmatras, maar als ze achter de hoek zagen hoe groot het stuk meer daar nog was, draaiden ze snel terug. Privémeer in eigen land? Check!

Ons ‘privé’ plekje aan de rivier.

De dag nadien deden we hetzelfde, maar dan aan een ietwat verborgen riviervallei waarvan mijn lieve J me op voorhand al verzekerde dat ze heel mooi zou zijn. Hij had gelijk. Na een half uur stappen vonden we een klein keienstrandje aan de oever van de rivier. We staken over, installeerden ons en bleven er de hele middag zitten. De enige passanten waren een gezin en een wandelaar. Voor de rest was de koele vallei en het frisse, heldere water voor ons alleen.

Het groen-geel-rode bos van Reggae Geel. <3

Onder de bomen in Geel

Wie me goed kent, weet dat ik de laatste jaren tijdens Reggae Geel heel wat uren onder de bomen van de 18” corner doorbracht. Een journalist schreef in De Morgen dat ze de indruk had dat de bulderende muziek in het bos nauwelijks varieerde, maar zij die dichterbij kwamen weten veel beter. Who feels it knows it. Onder het groen-geel-rood verlichte naaldendak beleefde ik heerlijke momenten met geweldige tunes. Higher Meditation. Met dank aan mijn sister in dub, R. De gelukzalige blikken die we uitwisselden tijdens de set van Alpha & Omega vergeet ik nooit meer. (Lees het volledige verslag op Reggae.be.)

Onze (gehuurde) privé kampeerplek aan het water. Zalig.
(Ons tentje staat links van de steiger, in het midden van de foto.)

Nog eens onder de bomen in de Ardennen

Na Reggae Geel vertrokken we opnieuw richting Ardennen, deze keer met een auto vol kampeerspullen. We hadden een privé kampeerplek gehuurd aan één van de vijvers waar we twee weken voordien logeerden. De eigenaars sloten het pad af, waardoor we een groot deel van het landgoed helemaal voor ons alleen hadden. De drie paarden hielden ons aan de overkant van de rivier vier dagen lang gezelschap, net als de gigantische libellen en energieke vleermuizen.

Het was stil in de vallei. We leefden heel basic met water uit bidons, eten opgewarmd op het kampvuur, een (toch wel heel chique) composttoilet, een koelbox die ons eten een beetje koud hield en een zonnedouche (waar we zelf heet water aan toevoegden omdat het nét te koud was om het op te warmen met zonneschijn). Ik genoot van de manier waarop de zonnestralen door de verschillende bladerdaken scheen. We waren omringd door ontelbare soorten bomen, kruiden, struiken en grassen. Ik voelde me elke minuut meer tot rust komen. Zonder prikkels van buitenaf, enkel bezig met wat er zich op dat moment afspeelde.

In deze vallei kon ik blijven ronddwalen…

We wilden kajakken, maar het water stond te laag. Been there, done that. Ze hebben ons ooit laten vertrekken op een Ourthe waar amper water in stond. Het was meer uitstappen en boot slepen, dan varen. Niet getreurd, we vonden het eigenlijk wel leuk dat we een extra wandeling konden maken in de plaats. We liepen in door mensen schijnbaar al lang vergeten bossen. Van overwoekerde paden tot eeuwenoude kasseienwegen. Buiten een handvol wandelaars kwamen we niemand tegen. Het voelde soms urenlang alsof we alleen op de wereld waren. Geweldig.

Als we ’s avonds terugkwamen douchten we onder de prachtige treurwilg naast de vijver en warmden we ons op aan het vuur. Waarom zouden we altijd in het buitenland op vakantie moeten gaan? De kampeertrip aan het meer was meer dan genoeg, en super idyllisch.

Blozende appeltjes in de samentuin.

Onder de bomen in Kontich

Tussen de festivals en Ardennentrips door waren we thuis. Niet om te luilekkeren, maar om onze gevel te renoveren. Klinkt saai, maar we zijn ons huis al (heel) lang (volledig zelf) aan het verbouwen, en dan is het afwerken van de gevel ineens een heel tastbaar resultaat. De afgebrokkelde gele verf met onderaan een roze-paars geschilderde strook stenen (what was that person thinking?!) en de flinterdunne, blauwe deur veranderden in een nette, witte gevel met een gloednieuwe houten voordeur. Schouderklopjes voor ons! We hebben dat goed gedaan, al zeg ik het zelf.

Na het avondeten trokken we meestal naar de samentuin achter de hoek. Ook al waren we al een hele dag bezig geweest, het voelde toch als ontspanning (lees de vorige blog) om aan de slag te gaan met de serre- en tuinplanten. De peren- en appelbomen in de tuin vervangen zeker geen bos, maar met mijn handen in de aarde werken geeft wel een gelijkaardige rust en de kans om letterlijk te aarden. We plukten al heel wat vruchten van het werk dat we de voorbije maanden in de tuin staken en aten elke avond onze eigen kweek. Tijd hebben om met de tuin en eten bezig te zijn: dat is ook vakantie.

In tegenstelling tot de twee jaar die ik beschreef in Kantoor Kafka, had ik deze keer geen knoop in mijn maag toen ik na de vakantie opnieuw ‘moest’ gaan werken. Natuurlijk zou ik liever gaan wandelen in de Ardennen, maar ik vond het ook leuk om weer te schrijven én om Charlie terug te zien en haar projecten opnieuw op te pikken.

Maandagochtend checkte ik Facebook en zag ik dat er meer dan honderd meldingen waren. Ik scrolde door de lijst, las een aantal artikels en klikte op een paar links, maar iets echt substantieels had ik niet gemist. The fear of missing out (FOMO) is bij veel mensen groot, terwijl je eigenlijk gewoon zelf kan bepalen waar je energie en aandacht aan besteed. Onze tijd onder ontelbare bomen heeft me in ieder geval nog meer duidelijk gemaakt wat ik belangrijk vind en waar ik gelukkig van wordt.
Give thanks for life.