Voedselbos (Madelon Oostwoud)

Met ‘Voedselbos’ biedt Madelon Oostwoud een prima vertrekpunt voor wie zelf een voedselbos wil starten. Het mooi geïllustreerde boek bevat gestructureerde informatie over bodem, (wilde) planten, plannen, aanleg en zelfs wetgeving, maar de grootste meerwaarde zit in de achttien inspirerende voorbeeldprojecten, inclusief foto’s, tekeningen en gesprekken met de eigenaars. Als praktische en indrukwekkende extra krijg je er ook een uitneembare plantengids bij met meer dan 250 eetbare vaste planten en kweekbare paddenstoelen.

Madelon’s boek is opgedragen aan pioniers en professionals, dromers en doeners, jong en oud en iedereen die zich inzet voor groen en gezond. De praktijkvoorbeelden van bestaande voedselbosprojecten en voedselbosrandtuinen vormen de hoofdmoot, maar er zijn ook negen hoofdstukken die praktische informatie bieden. Tussendoor staan duidelijke, kleurrijke illustraties en een hele resem interessante weetjes. De hoofdstukken zitten verspreid tussen de voorbeelden, zijn praktijkgericht, logisch opgebouwd en vlot geschreven.

In harmonie met de natuur

Volgens de stichting Voedselbosbouw in Nederland is een voedselbos “een vitaal ecosysteem (minstens een halve hectare) dat door mensen is ontworpen naar het voorbeeld van een natuurlijk bos met als doel voedsel te produceren.” Om daar toe te komen wordt vaak gewerkt met permacultuur, een landbouwmethode die ecologische duurzaam en economisch rendabel is en waarbij mens en natuur in harmonie samenwerken. In tijden waarin grote landbouwbedrijven de overbemeste grond uitputten, kan zo’n vorm van natuurinclusieve landbouw een belangrijke oplossing zijn. Oostwoud geeft de basisprincipes mee die nadien in de praktijkvoorbeelden terugkomen. Ook Kathleen Goossens, die aan het woord was in mijn vorige blog, werkt op basis van permacultuur. Er komen ook een aantal andere pioniers, methodes en alternatieve landbouwvormen aan bod zoals Do-Nothing-Farming en Hügelkultur.

In voedselbossen groeien meerjarige kruiden, noten, fruit, groenten en eetbare bloemen naast en door elkaar. De gelaagdheid lijkt op die van een bosrand, waar het niet te donker is. Er zijn negen groeilagen waar je rekening mee moet houden. De laagste bestaat uit ondergrondse mycorrhiza: schimmel en wortel. Alles in het bodemleven is verbonden en zorgt voor communicatie tussen planten en dieren. Lees er meer over in deze blog over het Wood Wide Web. In het boek krijgt ‘bodem en bodemleven’ een apart hoofdstuk met een grondige introductie in het (toch wel ingewikkelde) verhaal. Om je eigen grond te testen legt Oostwoud de ‘jampottest’ uit.

Eén van de inspirerende voorbeelden in ‘Het Voedselbos’: La Fermde de Desnié.

18 Projectvoorbeelden

Madelon bundelde achttien voedselbos(rand)projecten uit België en (vooral) Nederland die stuk voor stuk zin geven om zelf te starten. Bij elk voorbeeld horen een mooi getekende plattegrond, plantenlijsten, foto’s en technische details over de grond, groei, bloei en plantensoorten. Een groot pluspunt zijn de gesprekken met de eigenaars. Zij vertellen hun persoonlijke ervaringen en geven heel waardevolle informatie over hoe het kan lopen in de praktijk. Het is opvallend hoeveel ze spreken over de enorme verbetering in de biodiversiteit.

Alle projecten spraken tot mijn verbeelding. Wat ziet de voedselbosrandtuin Den Boshof van mijn leeftijdsgenoten in Kasterlee er charmant uit! Het doorzettingsvermogen en enthousiasme van het koppel zijn aanstekelijk. En oh, de bloemen- en kruidenmandala van La Ferme de Desnié: prachtig. Het bekendste voedselbos van Nederland staat er ook in: Ketelbroek, met de grootste collectie eetbare bomen en struiken. Naast de particuliere projecten staan er ook initiatieven tussen zoals Houtrak Food Forest, in eigendom van Staatsbosbeheer (NL). Of wat dacht je van de ‘eetbare’ woonwijk Rijnvliet in Utrecht? Kunnen we niet alle (nieuwe) wijken zo aanpakken? Het enige project waar ik zelf al geweest ben is de voedselbosrand Samenland, de parel van permacultuurpionier en -mentor Taco Blom, naast Kasteel Nieuwenhoven in Sint-Truiden. Aanrader! Al zullen ze dat waarschijnlijk allemaal zijn. Ik zet ze alvast op mijn te-bezoeken-lijstje.

In het boek staan tientallen fijne en duidelijke illustraties.

Zelf aan de slag

Tussen de inspiratievoorbeelden door, vind je de hoofdstukken die dieper ingaan op het effectieve opstarten en beheer van een voedselbos(rand). In ‘Plannen op papier’ leer je onder andere hoe je een ontwerp kan maken aan de hand van vlekkenplannen, zones en een puntengrid. Later volgt ‘Wetgeving & Regelgeving’, met concrete informatie rond begroting en ondernemingsplannen: dit gaat verder dan enkel inspireren.

Oostwoud deelt informatie over wilde (pioniers)planten. Ze geeft tips over hoe je niet-eetbare planten kan vervangen door eetbare soorten binnen dezelfde familie en toont wat planten kunnen betekenen voor de bodem. Ze maakte ook een lijst van indicatorenplanten, hun eetbaarheid en de grondkenmerken die daar bij horen: “Iedere plant heeft meerdere nuttige functies, maar geen enkele plant heeft alle functie tegelijk. Dat pleit dus ook tegen monocultuur, en voor polycultuur.”

Bij ‘aanleg en beheer’ gaat het om hoeveelheden, paden, greppels, groenbemesters, mulch, houtbeheer en welke planten je best op welke grond zaait of plant. In een volgend hoofdstuk draait alles rond snoeien (bij uitzondering!) en oogsten. Ook de samenhang tussen planten met elkaar en met dieren krijgt de nodige aandacht.

Net wanneer je denkt dat het boek gedaan is, volgen er nog een reeks interessante bijlages. Denk daarbij aan een overzicht van plantenfamilies met eetbare, vaste planten en giftige planten, verklaringen van verschillende (vaak door elkaar) gebruikte termen, een lijst ‘te bezoeken’ plekken in België en Nederland, een massa websites en enkele basisrecepten voor oogstverwerking.

‘Voedselbos’ is een uitgebreid werk waar veel mensen iets aan zullen hebben. Ervaren tuiniers zullen zeker nog kennis en weetjes kunnen toevoegen, maar dat geldt voor veel publicaties. De unieke combinatie van praktijkgerichte theorie en gerealiseerde voorbeelden maken dit boek praktisch, inspirerend en een feest voor het oog, zelfs als je niet meteen een voedselbos wil starten.

PS: De uitneembare plantengids is een boekje op zich waarin je 250 bessen & kleinfruit, fruit- en notenbomen, overige bomen, eetbare bloemen, groenten, kruiden, uien, wilde planten en paddenstoelen vindt, inclusief foto’s, groeiwijze, grondvoorkeur en suggesties voor gebruik.

PS2: Madelon schreef eerder al een succesvol boek als tuin-auteur: ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’.