Witte superioriteit, van in de wieg

De strijd van Black Lives Matter is ook mijn strijd. Als jonge witte vrouw vind ik het mijn plicht om op te komen voor de rechten van de mensen die ook hier op dagelijkse basis gediscrimineerd, beledigd en subtiel buitenspel gezet worden omwille van hun huidskleur. Al was het maar omdat ik nooit anders geweten heb.

Racisme: ik heb het nooit begrepen en word er boos, moedeloos en teleurgesteld van. Misschien komt dat omdat mijn opvoeding er net iets anders uitzag dan die van mijn Kempische klasgenootjes. De meesten zagen Antwerpen als ‘de grote stad’, waren nog nooit in Brussel geweest en kenden letterlijk niemand met een andere huidskleur. Ze luisterden muziek van witte artiesten, lazen boeken van witte schrijvers en dachten dat Afrika een land was. In ons dorp woonde één zwart gezin.

Thuis was het een andere wereld. Papa luisterde bijna uitsluitend naar reggae en wat toen onder de noemer ‘wereldmuziek’ viel. (Die naam alleen al!) Hij nam me van jongs af aan mee naar allerlei concerten en festivalletjes waar ik de meest uiteenlopende mensen, kapsels en tinten zag. Ik speelde er met kinderen van allerlei kleuren. Dat ik er met mijn lichte haar en felblauwe ogen anders uit zag dan hen, daar stond ik nooit bij stil.

Ik zag wel dat de huid van mijn vroegere beste vriendinnetje donkerder was dan de mijne en dat haar krullen nog moeilijker te doorkammen waren, maar daar hing nooit een betekenis aan. Ik zag wel dat de Jamaicaanse zanger die bij ons logeerde lichtbruin was en dat zijn stugge haar zich perfect leende voor dreadlocks, maar hij was voor mij gewoon mijn speelkameraad die me Engels leerde. Het was pas in mijn tienerjaren, toen anderen hatelijk spraken over hén, alsof zíj anders waren, dat ik besefte dat niet iedereen dit zo ervaarde. Ik kwam in contact met mensen met een heel ander gedachtegoed, maar omdat ik kritisch leerde denken, liet me er nooit door overtuigen. Vanaf toen was het een bewuste keuze. Velen plakten een negatieve waarde aan een donkere huidskleur, heel plakkerig en moeilijk weg te krijgen. Het was een shock om te ervaren hoe andere witte mensen hen veroordeelden voor hun kleur. Witte superioriteit was en is de norm. De meeste mensen krijgen het mee van in de wieg.

Papa’s lievelingsmuziek, dat was en is dus reggae, het rebelse genre waar ook ik mijn hart aan heb verloren. Al heel mijn leven ben ik omringd door de positieve, liefdevolle boodschappen van rasta’s. Ze roepen op tot eenheid, gelijkheid, rechtvaardigheid en one love. Tegelijk maken ze ons bewust van de slavernij, discriminatie en vernederingen die mensen met een bruine(re) huid ondergingen, en nog steeds ondergaan. Wie dagelijks die boodschappen hoort, kan niet anders dan ervan doordrongen raken. Het zijn mantra’s die al meer dan vijftig jaar resoneren, informeren en inspireren.

Eén van mijn beste vriendinnen belde me vorige week. Ze heeft een super toffe job en leuke collega’s, maar besefte ineens dat ook daar structureel racisme heerst. Het speelt zich af in de manier waarop mensen tegen haar spreken, de taken die ze haar (niet) toevertrouwen en het gevoel dat ze haar geven. Die kleine, subtiele dingen maken samen een gigantisch verschil. Zij en anderen moeten dagelijks opboksen tegen een vloedgolf aan vooroordelen en discriminatie. Zelfs niet per sé om de allerhoogste functies te bemachtigen (al zou dat natuurlijk evident moeten zijn), maar ook omwille van basisdingen zoals evenwaardig burgerschap met gelijke kansen. Bikkelharde realiteit. Wij, witte mensen, kunnen ons niet voorstellen wat het emotionele, mentale en fysieke effect daarvan is.

Ik hoopte dat het racisme er bij mijn generatie uit zou groeien, maar de ongegronde superioriteit wordt sterk in stand gehouden. Sommige witte kinderen komen nooit in contact met mensen met een andere huidskleur. In boekhandels en bibliotheken krijgen ‘gekleurde’ auteurs nog steeds een apart vak of zijn ze amper vertegenwoordigd. Niet omdat ze er niet zijn, maar omdat men ervoor kiest ze niet te kopen of te lezen. Radiozenders spreken nog steeds over Afrikaanse artiesten als ‘wereldmuziek’. Op de grootste festivals kiezen ze resoluut voor witte line-ups. Het lichtbeige potloodje in de kleurdoos heet nog steeds ‘huidskleur’, ook al is het dat alleen voor witte mensen. Sommigen steken de straat over als ze een groepje zwarte mannen zien, anderen kijken openlijk afkeurend naar hun haar of kleding. Barbies en poppen zijn bijna altijd wit. In films en sprookjes zijn de helden dat ook. Politiecontroles zijn gevaarlijk, ook al heb je niets gedaan. Wie solliciteert met een naam die niet ‘Vlaams’ klinkt, krijgt nog altijd vaak het deksel op de neus en sommigen moeten blijven horen hoe ‘hun soort’ lui, onbetrouwbaar of agressief is. Verbazing alom wanneer hij of zij een universitair diploma blijkt te hebben.

Na een half millennium slavernij, martelingen, vernederingen, haat, lijden en discriminatie is het in mijn ogen een wonder dat we als witte mensen nog geen hardere wraakacties te verduren kregen. De protesten in de VS zijn grotendeels geweldloos, tot de politie de betogers hardhandig en gewelddadig aanpakt. (Al zijn er gelukkig ook plekken waar de agenten net solidair zijn.) Trump noemt de betogers professionele anarchisten, relschoppers, plunderaars en criminelen, terwijl het grote leeuwendeel gewone burgers zijn. Ze eisen alleen maar gelijkheid, gerechtigheid en een einde aan de eeuwige discriminatie. Natuurlijk is er haat langs beiden kanten, maar het zijn wel de niet-witte mensen die al zo lang structureel racisme ondergaan, zowel in your face als subtiel. We willen geen ‘wij en zij’ creëren, maar in de realiteit is die verdeling er spijtig genoeg wel.

Opgroeien tussen mensen met andere kleuren kan een mooie start zijn, maar het is geen garantie voor minder racisme. Sommigen gebruiken zelfs hun éne zwarte vriend als een soort van argument om te bewijzen dat ze daarom niet racistisch kúnnen zijn. Of ze keuren zwarten alleen goed als ze verwesterd zijn. Wanneer ik erover spreek met witte mensen of hen wijs op hun denigrerende gedachtegang of taal noemen ze me een overdrijver, linkse rat of geitenwollensok. Maar ik zwijg niet. Het zijn wij, de witte mensen, die wakker moeten worden.

We moeten eerlijk kijken naar ons gedrag en onze vooroordelen, open staan, verder gaan dan de voorgekauwde onwaarheden die bepaalde partijen propaganderen, luisteren en laten bezinken, evalueren, accepteren, tot inzicht komen en opkomen voor onze medemensen. Witte superioriteit is een illusie, een vals gevoel van deugdelijkheid. Laat je niet vangen door propaganda en haat. Durf naar jezelf te kijken en er actief tegen te strijden. Het is (al lang) tijd.

Tip: Layla Saad publiceerde begin dit jaar haar (Engelstalige) boek Me and White Supremacy: Combat Racism, Change the World, and Become a Good Ancestor. Het is een actief werkboek dat je confronteert met de bikkelharde realiteit en je eigen (onbewuste) gedachtegoed, maar het biedt je ook de juiste hulpmiddelen om er iets aan te veranderen.