Appelweekend

Jacques Lebel. Boskoop. Braeburn. En nog een viertal andere appelsoorten. Ze hingen de voorbije weken blozend en glanzend in de boomgaard. Dikke trossen, alsof het druiven waren. Op een uurtje plukten we met twee een boompje leeg. Drie van die grote blauwe Ikeazakken vol. De koeien waren heel blij met wat we lieten vallen. Ik kan hun smakelijke gesmak nog steeds horen. Honderd tot honderdtwintig kilo kraakverse appels haalden we eraf. Onbespoten, ongemoeid. Geschenken van de natuur.

Wat wij plukten, was maar een peulenschil van wat er uiteindelijk naast de schuur kwam te staan. Zakken en wasmanden vol appels, geteeld door onze vrienden aan de andere kant van de taalgrens. Hun boomgaard beleefde een uitzonderlijk goed jaar. Ze verwachtten meer dan een ton vruchten van de bomen te plukken. De voorbije jaren brachten ze die naar iemand anders om te verwerken tot sap, maar dit jaar deden ze dat helemaal zelf. Om het sap nog meer smaak te geven, kwamen er ook nog tientallen kilo’s druiven en peren bij. En wij deden een weekendje mee.

Het leek wel alsof we fungeerden als een minifabriek. Nadat iemand de appels gewassen had, kwam de wasmand tussen ons drie terecht. Appel pakken. In vier snijden. Eventuele rotte of door insecten aangetaste stukjes eruit. Laten vallen in de andere mand. En opnieuw. De frisse geur van de verschillende soorten hing overal rond en op ons. Uiteraard moesten ze allemaal voorgeproefd worden, of dat vonden wij toch. Nochtans was ik van mijn negentiende tot een vijftal jaar geleden allergisch aan appels, peren en steenvruchten. Ik kon ze niet eten zonder getintel in mijn mond en een opgezwollen keel. Geloof het of niet: na één sessie NLP bij Paul Liekens was ik er vanaf. Ik raadde het al veel kennissen en vrienden aan. Voor zo ver ik weet is er maar eentje die ook een afspraak maakte. Nadien kon ze afscheid nemen van haar honden- en kattenallergie. Zo simpel kan het dus zijn!

Terug naar het weekend en de appelschuur…

Zodra we rond de dertig kilo gesneden hadden, gingen de gesneden vruchten naar de volgende stap: de sapcentrifuge. Handenvol zoetzure kwartjes verdwenen in de machine. Troebel, schuimende sap kwam er langs de andere kant uit. Het grootste deel van het schuim werd eraf geschept. Zodra de emmer vol was, ging hij in het vat van honderdvijftig liter. Een uurtje laten staan. Bovenaan lag weer een nieuwe laag schuim, daaronder zaten tientallen liters helder goudkleurig sap. Nog even op tachtig graden door de smalle buisjes van de pasteurisator en dan heet in de glazen flessen. Ze zagen eruit alsof ze recht uit een speciaalzaak kwamen.  

Routinewerk waar je vermoeide, doorweekte handen van krijgt: het is niet iedereens idee van een tof weekend. En toch heb ik er enorm van genoten. Het buiten werken, de rust, het offline zijn, het nuttige werk. Handen vol, hoofd leeg. De lieve mensen en het lekkere verse eten dat ze ons voorschotelden hielpen natuurlijk ook om er een topweekend van te maken. Lokale, eerlijke producten en eigen kweek. Én de prachtige kampeerplek die we voor die nacht kregen. Er had nog nooit eerder iemand gekampeerd. Naast een open veld, op een paar tientallen meter van de vossen- en dassenburchten en heerlijk onder de bomen. De vleermuizen hielden ons gezelschap bij het knisperende kampvuur. Avond en nacht waren muisstil. Zalig. En dan wakker worden in een met dauw beklede boswereld: geweldig! Onze vrienden waren dankbaar voor onze hulp en het gezelschap, voor ons waren er te veel dingen om op te noemen. Give thanks.

Hoeveel kilo appels we verwerkten, weten we niet exact, maar wel dat we er honderdtwintig liter glashelder verguld sap van maakten. Het gaf me enorm veel voldoening om samen het proces te doorlopen en bij te kunnen dragen aan de appeloogst en verwerking. Overal zie je nu appel- en perenbomen staan. Sommigen worden geplukt, maar velen laten hun vruchten na een tijdje vermoeid en verrot op de grond vallen. Nochtans kan geen enkele supermarktappel tippen aan de smaak van vers geplukte exemplaren. Knapperig. Sappig. Zoet. Zuur. Alles tegelijk. Het is dat wat je proeft in het sap dat we mee naar huis namen: alsof je een hap neemt uit alle verschillende appelsoorten tegelijk, met een vleugje druif en peer. Je proeft de boomgaard. Tintelend op je tong. Smaakvoller dan eender welk ander sap. Misschien is het mijn bevooroordeelde blik als mede-maker, maar dan is dat maar zo.

We werkten uren aan een stuk, maar toch kreeg ik er energie van. Nogmaals: handen vol, hoofd leeg. Het doet goed om de mallemolen van gedachten soms stil te zetten door met je handen te werken, als dat al geen deel uitmaakt van je dagelijks leven. Zelf doe ik dat het liefst buiten, in de tuin of de keuken. Het zijn minuten en uren waarin mijn lijstjes, planningen en afspraken niet bestaan. Het appelweekend was de perfecte mix van buitenwerken, resultaat behalen, lekker eten, goed gezelschap, buitenleven en ontspanning. Het deed me voor de zoveelste keer beseffen dat de natuur ons zowat alles geeft wat we nodig hebben, als we het maar zien en oogsten. Give thanks <3.

Foto bovenaan: Capri23auto via Pixabay