“We hebben een onnatuurlijke verhouding met de natuur”, stelt Julia Rijssenbeek. De filosofe en onderzoekster gaf een verhelderende online live uitzending bij ‘Tussen de soep en de feiten’. Daarin daagt ze ons uit om anders na te denken over de natuur. Dat is niet alleen nodig voor het klimaat en de aarde, maar ook voor ons als mensen.
Rijssenbeek benadrukt dat onze onnatuurlijke houding met de natuur een anomalie is. Vroeger was het helemaal anders. Onze voorouders hadden wereldwijd een meer holistische kijk op het leven. Er waren halfgoden die half dier, half mens waren, natuurgoden die we aanbeden en vreesden en als hoogtepunt het animisme. Aanhangers beweren dat alles een ziel heeft, ook een kabbelend beekje, een brandend vuur of een klein bloempje. Grote denkers als Plato en Thomas Aquino blijken het concept zelfs te hebben overwogen.
Mensen zagen zichzelf heel lang als onderdeel van een grote mythische natuurlijke orde. Dat veranderde op een heel specifiek moment: toen de aap het eerste gereedschap uitvond. Rijssenbeek illustreert dit mooi met de bekende beelden uit 2001: A Space Odyssey. Ineens hadden we een evolutionair voordeel en konden we anticiperen op de grillen van de natuur.
Het antropocentrisme
Fast Forward: de Verlichting (18de eeuw), ingeluid door Descartes met zijn bekende quote “Cogito ergo sum”, “ik denk dus ik ben”. Er was enorm veel wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Daardoor ontstaat er een nieuwe relatie tussen technologie, mens en natuur. Als denkend wezen kwam de mens centraal te staan in een zogezegd passieve wereld. Het was de start van het dualisme en het antropocentrime, waarin de mens zichzelf als heerser ziet boven alle andere organismen, als middelpunt van het bestaan. Wat een joke.
Vroeger was de natuur bedreigend, maar technologie biedt de mens instrumenten om ze te manipuleren. Tamme parkjes zijn onvergelijkbaar met verdwijnende (oer)bossen. In plaats van respect te hebben voor de natuur, willen we ze temmen. We willen alles meten en weten, maar dan ‘onttoveren’ we wel de wereld.
Het antropoceen (‘onze’ tijd)
Het gedrag van de mens heeft momenteel een gigantische invloed op de atmosfeer, biosfeer en oceanen. Wetenschappers zijn het eens dat die periode gestart is op 16 juli 1945, de dag waarop de eerste atoombom viel. Toen werd duidelijk dat er een grote acceleratie was in ons ingrijpen in de natuur. De gevolgen van onze uitvindingen zijn niet meer te overzien. Plastic, antibiotica en pesticiden zijn daar perfecte voorbeelden van. Bij de uitvinding ervan dachten we dat het de beste oplossing ooit was, maar nu zitten we met crisissen op alle vlakken. “We weten gewoon niet hoe de natuur echt werkt”, zegt Rijssenbeek.
Beelden van sledehonden die door water lopen laten zien dat de mens niet meer weet hoe te navigeren in deze nieuwe realiteit. We proberen de natuur te behouden zoals ze was, bijvoorbeeld door neushoorns en andere dieren van park naar park te verplaatsen, terwijl de realiteit ons al lang heeft ingehaald. Ons beeld van en onze verhouding met de natuur kloppen niet.
Door corona worden we met de neus op de feiten gedrukt. Wij heersen niet. Een microscopisch klein deeltje brengt de hele samenleving in gevaar. Sommigen zeggen dat het een waarschuwing is van moeder aarde, maar Rijssenbeek stelt dat we dan weer vervallen in duaal denken en schijntegenstellingen. Het is geen gevecht. We kunnen onszelf niet los zien van de natuur. Alles is verbonden, over de hele wereld, ook virusdeeltjes. Onderzoekers leren vooral hoe weinig ze nog maar weten. Hoe meer we zoeken, hoe minder we weten.
Oplossingen
In plaats van tegenstellingen te zien, kunnen we beter denken in termen van symbiose. Onderzoek toont aan dat ons lichaam bestaat uit meer vreemde dan eigen cellen. Dat vraagt om een heel andere visie dan degene die we nu hebben. De wereld is helemaal niet onttoverd. Ze zit nog vol geheimen en mogelijke ontdekkingen. Sommigen kunnen zelf schokkend zijn. Denk maar aan de evolutietheorie van Darwin. Maar het zijn wel die inzichten die we kunnen gebruiken om de natuur beter te begrijpen en er meer verbinding mee te voelen.
Volgens Rijssenbeek zijn er maar twee oplossingen om de toekomst leefbaar te houden: migreren naar een andere planeet, zoals in de film Interstellar, wat astronauten niet aanraden, óf we kunnen een andere verhouding aangaan met de natuur. Daarvoor verwijst ze naar het innoverende werk van Neri Oxman, die werkt aan een biobased future. Oxman gaat samenwerkingen aan met verschillende levensvormen zoals schimmels, bacteriën en insecten. Zo bouwde ze samen met zijderupsen een zijden paviljoen.
We hebben de mogelijkheid om afstand te nemen van plastic, pillen, pesticiden en schijntegenstellingen. Het is alleen een kwestie van willen.
Bekijk de volledige video van Julia Rijssenbeek over de ‘onttoverde wereld’ op YouTube. Alle credit gaat naar haar. Bedankt om je inzichten zo helder te delen.
Bij ‘Tussen de soep en de feiten’ kun je elke derde dinsdagmiddag van de maand terecht voor een actuele (online) lezing.
Afbeelding: FelixMittermeier via Pixabay
Sterke innoverende tekst in een lang bestaande discussie.
Hier geniet ik van en wil hem gebruiken in discussies.