Een maand onderweg: diagonaal door Frankrijk

Eindeloze velden, dichte bossen, glooiende heuvels, groene valleien, stille meren, monumentale bomen, pittoreske dorpjes en zeeën van ruimte: Frankrijk is prachtig. We trokken de voorbije weken van de Champagnestreek naar het zuidwesten, dwars door de Bourgogne en de Auvergne tot in de Lot, Occitanië. Andere reizigers zien we amper, op een enkele camper na, meestal van gepensioneerden. We hebben al dat moois voor ons alleen.

Na enkele stormdagen – die zich in België meer lieten voelen dan in Frankrijk – reden we op een zonnige zaterdag door het glooiende landschap naar Vézelay. Zowel de heuvel waar het dorpje ligt als de indrukwekkende basiliek Sainte-Marie-Madeleine zijn door UNESCO beschermd als werelderfgoed. Van ver zagen we al waarom. Alleen de ligging komt al uit een sprookje, naar boven kruipend op de hoogste helling van de omgeving, stralend in de winterzon. De vele parkeerplaatsen gaven aan dat het dorpje voorzien was op een massa toeristen, maar wij zagen maar enkele groepjes rondslenteren. De basiliek torent boven alles uit en domineert de omgeving. Wat een bouwwerk! Wat een verhaal! Wat een ongelooflijk sterke linken met andere vormen van geloof, natuur en licht! Er is veel meer dan je op het eerste gezicht ziet.

Slapen deden we zoals meestal op een gratis plekje, deze keer aan de rand van het dorp. Aardedonker, muisstil, frisse boslucht, maar één andere camper en een ongelooflijk mooie view op de vallei langs de ene kant en het dorp langs de andere. Blessings pon blessings pon blessings. Ik wil nu al nooit meer terug naar drukke dorps- of stadsgeluiden, de eeuwige lucht- en lichtvervuiling. Het voelt zoveel beter om de wereld op deze manier te ervaren. Trager, rustiger, oplettender, gevuld met helende beelden, klanken en geuren. Dat wist ik rationeel al, maar nu kan ik het pas echt beleven.

Na het dorpsbezoek voelden we de natuur weer lonken en reden we naar een donkergroene vlek op de kaart: de Morvan. Tot voor kort had ik er nog nooit van gehoord, maar dat was onterecht. Het natuurgebied was zo goed als verlaten en toverde het ene mooie bos na het andere tevoorschijn, gescheiden door felgroene weiden en grillige meren. We kwamen voor het eerst boven de vijfhonderd meter en reden de wolken in. De over de bomen gedrapeerde wolkenslierten maakten onze rit alleen maar mystieker. Prachtige beelden! Aan één van de vele meren hielden we halt. Het was de meest serene plek waar ik in lange tijd geweest was. De mist dempte de weinige geluiden die er nog waren, een witte reiger kwam op wandel, de eenden trokken fijne kringen in het stille water. Buiten enkele mensen die kwamen wandelen, zagen we niemand. En zodra het donker werd, leek het alsof we helemaal alleen op de wereld waren. Zo stil dat het bijna eng werd als je een drukkere wereld gewend bent. Eerst bevreemdend, maar al snel geruststellend. We bleven een extra dag om te wandelen en te genieten van de omgeving. Nat en kil, maar oh zo ongelooflijk mooi.

Met een tussenstop in Vichy (architecturale Art Déco hoogstandjes en lekker water, maar vooral vergane glorie), reisden we verder naar de Auvergne. De ritten werden gevuld met nog meer heuvels, valleien en dorpjes die nonchalant opdoken, alsof iemand ze in het landschap strooide. Lintbebouwing behoorde al lang niet meer tot het landschap, middeleeuwse dorpjes die ons deden wegdromen des te meer. We wezen naar chateaus en stopten aan een versterkt stadje, staken onze handen in een meanderend riviertje en voelden de zon warmer worden op ons gezicht. Eindeloze tijd en ruimte. Niets moet.

In de Auvergne verbleven we bij vrienden die net een oude boerderij kochten met een serieuze lap grond erbij. Ze willen zo zelfvoorzienend en ecologisch mogelijk leven daar, net als wij later willen doen in Portugal. Het was heel inspirerend om hun eerste stappen in een nieuw leven te mogen volgen. We probeerden te helpen waar we konden, maar genoten vooral enorm van onze tijd samen, het uitwisselen van ontelbare ideeën en het onvergetelijke uitzicht vanop hun erf. Same tribe. Eén van de avonden waren we ook nog te gast bij mijn achternicht, die ons onthaalde alsof we elkaar veel beter kenden dan het geval was. Familie. Heel fijn om te horen hoe zij (be)leven en een bevestiging van wat we zelf willen doen. Give thanks!

Waar het in de Auvergne nog steenhard vroor ’s nachts, zijn we nu in de mildere Lot beland. Het was een pittige rit met veel hoogtes, laagtes en kronkelingen (we nemen nooit de péage), maar de uitzichten waren onvergetelijk mooi. Er was geen wolkje aan de hemel. De lucht was zo helder dat we ontzettend ver konden zien. Mijn hart sloeg over toen ik ineens een berg zag met in de zon oplichtende sneeuw. Google leerde me dat het de Mont-Dore was die we zagen, een stuk dieper in het Centraal Massief. Wow! Een beetje later reed iemand ons voorbij met ski’s op het dak van zijn wagen. Niet te veel afwijken van de route dus, we wilden niet in de sneeuw belanden…

De laatste honderd kilometer reden we opnieuw door het verlaten platteland van Frankrijk, maar de begroeiing veranderde. Minder mos en donkere bossen, meer rotsen, het eerste groen aan de bomen en zelfs al enkele bloemen en bloesems. Het zuiden, Occitanië. Het leek alsof we de lente tegemoet gereden waren. ’s Avonds werden we warm onthaald door onze dierbare vriend, op het domein dat ons nauw aan het hart ligt. Honderden kronkelende kruleiken, kunstige stapelstenen, ranke dennen, een magnifieke view op de vallei en natuurlijk de onovertrefbare ceders.

Er zijn geen toeristische highlights of grote voorzieningen in de buurt, maar dat vinden we net een voordeel. Wandelen en fietsen door de heuvels, slenteren door zandkleurige dorpjes, ons verbazen over imposante bomen, urenlang muziek luisteren, uitgebreid koken, lezen of schrijven, kijken en luisteren naar de ontelbare vogeltjes die ons omringen, de namiddag vullen met klimmen in de bomen, onze vriend vergezellen naar één van de grote kasteeldomeinen die hij als arborist onderhoudt, leren van de bomenkennis die hij met ons deelt, ons omringen met de natuur en haar bewoners, … Er valt zoveel te beleven voor wie het ziet.

Voorlopig blijven we nog even te gast in de Lot. De lente staat voor de deur en breekt die zelfs met momenten al open. Niets moet, alles kan. We zien wel wat de komende weken brengen. Het is een gevoel dat ik in mijn volwassen leven amper kende en dat ik nu al enorm koester. Wat een bevrijding om niets aan mijn hoofd te hebben, geen verantwoordelijkheden of deadlines, de dag op me af te laten komen en gewoon te zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit zo ontspannen en vrij gevoeld heb. De toekomst is ontzettend ver weg. We zien wel wat er komt.

Live the life you love, love the life you live!

Foto bovenaan: uitzicht vanuit het camperraam in Vézelay

Meer foto’s? Volg ons via Project Natural Mystic.