De vanzelfsprekendheid van ecologisch leven in de camper

We wonen nu iets meer dan twee maanden in onze camper. Soms op het domein van vrienden en familie met de bijbehorende luxe van hun huizen, maar vooral op de meest idyllische plekjes, liefst off-grid in plaats van op een camping. Zo ecologisch mogelijk leven deden we al toen we nog in ons huis woonden, maar in ons huisje op wielen is het vanzelfsprekend.

Hoezo ecologisch? We rijden toch rond in oldtimercamper op diesel? Klopt, maar de uitstoot daarvan is nog steeds enorm veel minder dan wat we voordien produceerden. Er is geen huis om te verwarmen, geen grote toestellen om energie op te slorpen, geen overbodige geïmporteerde spullen die zo handig leken, geen doorspoeltoilet dat drinkwater verslindt en amper eten dat van buiten de streek komt. Het voelt geweldig om onze impact op de aarde en haar bewoners te beperken, zonder dat het ons veel moeite kost.

Water

In bad gaan, uitgebreid douchen, het huis kuisen en het doorspoeltoilet gebruiken: in een huis verbruik je ontzettend veel drinkwater. We vingen regenwater op in tonnen en gebruikten dat de hele zomer om de planten water te geven, maar het bleef om belachelijk veel water gaan. Sinds we in de camper wonen is dat drastisch veranderd. We hebben een watertank waar honderdtwintig liter in kan, meer niet. Dat klonk weinig voor we verhuisden, maar het valt heel goed mee!

We zijn ons bewust van elke druppel die uit de (waterbesparende) kraan komt. Niets gaat verloren. En toch is het geen opgave. Het voelt zelfs echt goed om er zo bewust mee bezig te zijn. Een boiler voor warm water hebben we niet. We zijn het al gewoon geworden om een grote fluitketel op te zetten als we het nodig hebben. Veel gedoe en tijd? No problem, wij vinden het niet erg en hebben die tijd. Dat afwassen en douchen een stuk langer duurt dan vroeger hoort erbij. We zijn niet gehaast. En als er een grote douche is bij geliefden of op de zeldzame camping waar we staan, dan genieten we daar natuurlijk extra hard van, al voelt het bijna decadent om onder zo’n massa water te staan.

En dan is er natuurlijk nog het toilet. Toen we de camper kochten, stond er een dertig jaar oud exemplaar in waar je chemische producten en water voor nodig had. Jannick gooide die eruit en verving het hoekje door een droogtoilet/composttoilet. Waar we in het begin nog een beetje bang waren voor gedoe, zijn we nu ontzettend blij met onze keuze. Het systeem is simpel en fool proof. En we hebben enkel een beetje water nodig om het proper te houden.

Energie

Op het dak van onze camper liggen twee zonnepanelen die verbonden zijn met grote batterijen. Jannick bedacht en installeerde een gloednieuw systeem op 12V dat ons meer dan voldoende stroom oplevert. Vaste stroom aan 220V hebben we nog niet gemist. IJskastje, gezellige lampjes, muziek (natuurlijk!), opladen van telefoons, laptops en e-readers: het gaat allemaal. We vinden het elke dag opnieuw magisch dat zonnestralen veranderen in elektriciteit, zelfs op grijze winterdagen!

Op zonnige dagen warmt de camper nu al heerlijk op door de grote ramen, maar dat is momenteel nog niet altijd het geval. Wanneer we elektriciteit hebben verwarmen we onze kleine ruimte met een oliekacheltje, maar als we off-grid staan hebben we enkel een dieselkacheltje om de temperatuur naar boven te krijgen. Gelukkig verbruikt het maar heel weinig brandstof, maar ik zal toch blij zijn eens we het niet meer nodig hebben. Momenteel zou dat met vijf graden op de thermometer wel heel back-to-basic worden. Hopelijk maakt de lente het verwarmen snel overbodig.  

Eten

Koken doen we op ons gasvuurtje met drie pitten. Compact, maar prima voor twee personen. En nu het vaak nog fris is, zorgt het koken voor extra verwarming. Win! Op koudere dagen maken we warme havermout met appel en kaneel, thee staat elke dag royaal op het menu, we koken even lekker als in ons voormalige huis en bakten zelfs al broden en cakes in ons handige Omnia-oventje. Lekker en gezond eten vinden we beiden heel belangrijk dus daar zullen we niet snel op inboeten.

Sinds we in Frankrijk zijn is het makkelijker dan ooit om lokaal en gezond te eten. Supermarkten en kruideniers promoten producten uit eigen land, en als het kan kiezen we ervoor rechtstreeks bij de producenten te kopen, zonder tussenpersonen. Dat kan hier makkelijk op de marktjes of door één van de vele pijltjes te volgen naar boerderijen die rechtstreeks verkopen vanop hun erven. Extra voordeel: er zijn geen verpakkingen! Ik kan er echt van genieten om te snuisteren tussen de seizoensgroenten – en fruit. Tomaten en aubergines zien we amper. Voorlopig zijn het nog kolen, spruitjes, prei en witloof. En overheerlijke appels, peren en zelfs kiwi’s! Dat die laatsten in België meestal vanuit Nieuw-Zeeland komen terwijl ze hier in Frankrijk gekweekt worden is onbegrijpelijk. Het voelt zoveel beter om van fruit te smullen dat maar enkele tientallen of honderden kilometers verder gegroeid is.

Als vegetariër is het wel een grotere uitdaging om gevarieerde maaltijden te bereiden dan in België, laat staan dat we op restaurant gaan. Alternatieven voor vis en vlees zijn amper of helemaal niet te vinden, havermelk wel. Oef! De gigantische vakken met plantaardige burgers, worsten en balletjes die de laatste jaren in de Belgische supermarkten verschenen zijn hier nog toekomstmuziek. Misschien is dat anders in de steden? Ik ben blij dat ik door de jaren heen genoeg receptjes verzameld heb om zelf lekkere burgers en schotels te maken. En natuurlijk is er ook de Franse kaas… Ik had mijn kaasconsumptie de laatste jaren sterk teruggeschroefd tot bijna niets, maar hier is de verleiding enorm groot en kan/wil ik er even niet aan weerstaan. Lokale (geiten)kaasjes? Check!

Binnenkort willen we ook wilde planten verzamelen om te eten of om thee van te zetten. De eerste bloesems en scheuten zijn er al. Yay!

Spullen

Jannick en ik waren sowieso al geen superconsumenten, maar nu zijn we helemaal niet meer interessant voor de economie. Souvenirwinkeltjes, kledingzaken en andere spullenwinkels verdienen niets meer aan ons. Er is geen plaats in de camper om meer mee te nemen, en we hebben er vooral totaal geen behoefte aan. Het is een opluchting om helemaal niet meer deel te nemen aan de consumptiemaatschappij en verbazingwekkend hoe weinig je nodig hebt om gelukkig te zijn. Eens we in Portugal zijn en ons eigen plekje hebben laten we nog spullen uit onze stock overkomen, maar ik zie ons nu al nooit meer onnodige gadgets, kledij of andere overbodigheden kopen.

Bezittingen en luxe hebben niets te maken met onze levenskwaliteit. We worden veel gelukkiger van vrijheid, zelfbeschikking, gezondheid, natuur, en liefde. Natural mystic vergezelt ons overal. Het voelt onbeschrijflijk goed dat we nu en in de toekomst leven hoe wij denken dat het goed is voor onszelf, met een minimum impact op de aarde en haar bewoners, of liefst zelfs een positieve. Deze reis is nog maar het begin…