Terra do Rio

We zijn bijna een maand in Portugal, en toch voelt het alsof we hier al een eeuwigheid zijn. Dat komt in de eerste plaats door de gastvrijheid en liefde van de mensen om ons heen, maar ook door de natuurlijke omgeving, het klimaat en het tempo waarin we ons thuis voelen. Onze dagen zijn gevuld met tuinwerk, klusjes, schrijven (ik dan toch), administratie regelen, uitstapjes naar de oceaan en het binnenland, en zoeken naar ons eigen stukje paradijs. En toen vonden we Terra do Rio.

Zoals ik al beschreef in de vorige blog, zijn we op een prachtige plek terechtgekomen, omringd door lieve mensen. We vinden het dan ook niet meer dan normaal dat we hier meewerken op het domein en doen het zelfs heel graag. Jannick klimt in de bomen om ze netjes te snoeien, ik sta op de grond om de takken te verslepen en samen draaien we ze door de hakselaar. Onkruid wieden, een terras tevoorschijn toveren van onder een dik tapijt klimplanten en distels, en natuurlijk de moestuin onderhouden. We zouden het niet anders willen. Tussendoor helpt Jannick met alles wat nodig is: de boiler herstellen, helpen met het repareren van de wagen en een hek bouwen. Zelf pikte ik het schrijven weer op en begeleidde ik het eerste manuscript vanop afstand. Het voelt allemaal hoe het moet zijn.

Natuurlijk zijn we niet constant aan het werk. We doen ook regelmatig uitstapjes en leren de omgeving elke dag beter kennen. Zo gingen we op bezoek bij onze reggaevrienden die vorig jaar in deze buurt een huis met grote tuin kochten. Het was heerlijk om door hun fruitbomen te slenteren en hun eerste eigen moes- en kruidentuin te bewonderen. Appels, peren, citroenen, mandarijnen, appelsienen, nespera’s, avocado’s, … Zulke bezoekjes doen we nog liever dan stadjes en steden. Nochtans zijn er heel wat mooie exemplaren in de buurt. Zo bezochten we São Martinho do Porto, een kuststadje op nog geen tien minuten van waar we verblijven. Het ligt aan een idyllische schelpvormige baai die maar een nauwe doorgang heeft naar de indrukwekkende oceaan. In de zomer wordt het blijkbaar overrompeld door toeristen, maar tijdens de Festas de Santo António viel het goed mee. Optredens, reggaeton, kraampjes met kleding, spulletjes, prulletjes, fruit, eten en drinken én de Firefighter Challenge. Jannick legde zijn eerste contacten in het brandweerwereldje. Fijn!

Op zondag gingen we onlangs naar de Mercado de Santana in de buurt van Rio Maior, een enorm grote markt waar je zowat alles kan kopen wat je maar kan bedenken. Fruit, groenten, vlees en vis natuurlijk, plantgoed en jonge bomen, sokken, kleedjes en kostuums, maar ook bedden, donsdekens, nieuw en oud gereedschap, toestellen en levende dieren. Noem het en ze hebben het. We liepen tussen de dikke wolken rook van geroosterd vlees. Dat laatste is uiteraard niet mijn ding als vegetariër, maar het hoorde erbij en deed me terugdenken aan Djemaa el Fna, de gigantische markt in Marrakech. Overal marktkramers die luid hun waren aanprijzen, overal mensen. En de prijzen waren misschien zelfs maar de helft van die in de supermarkten. Aanrader dus. We gaan zeker nog terug!

Onze avonden waren de voorbije weken gevuld met urenlang immowebsites afschuimen en zowat álles in de weide omgeving bekijken. Honderden, misschien wel duizenden percelen passeerden de revue. Het originele plan was om diep in het binnenland te gaan wonen, hoog in de bergen, ver van de bewoonde wereld, maar dat stelden we bij. Voortschrijdend inzicht. We beseften al snel dat het binnenland veel heter is dan de regio waar we nu zitten, dat je daar heel vaak ingesloten bent door eindeloze eucalyptus(plantages), dat de droogte er nu al zijn tol eist en dat ver van de bewoonde wereld zitten ook serieuze nadelen heeft. Bovendien waren we de voorbije weken helemaal verliefd geworden op de Costa da Prata, de Serras de Aire e Candeeiros en alles wat daartussen ligt. Felgroene valleien en heuvels wisselen elkaar af. Overal zien we weelderige moes- en fruittuinen. We voelen dat we hier heel erg thuis zijn, alsof het zo moet zijn.

Tussen die heuvels en valleien, aan de voet van de Candeeiros, ligt het mooie stadje Alcobaça, met een al even mooie liefdesgeschiedenis die het hartjeslogo verklaart. In het midden ervan ligt een absurd groot klooster dat bijna de halve stad beslaat. Je kan er niet naast kijken en het is de belangrijkste toeristische attractie van de omgeving. Het imposante gebouw (12de eeuw!) moet in het verleden nog meer indruk gemaakt hebben dan het nu doet. In 1989 werd het verklaard tot UNESCO werelderfgoed. We slenterden door de kleine straatjes, liepen langs verblindend witte en felgekleurde gebouwen, passeerden de riviertjes die de stad doorkruisen (Alcoa en Baça) en lieten Buju afkoelen in de fonteinen van het parkje. En toen vonden we een kwartiertje verder Terra do Rio, de plek waar we in gedachten al jaren naar zochten.

Terra do Rio

Terra do Rio sprak ons aan vanaf het moment dat we online de eerste foto’s zagen. Meer dan alle andere ruïnes en percelen die te koop stonden (en dat zijn er veel!), voelden we een aantrekkingskracht die ons overtuigde om twee dagen later een bezoek te brengen. Het was nog beter dan de tekst en foto’s op de website … Minidorpje, doodlopend grindweggetje, verborgen vallei en stapelstenenruïnes. Volle waterput, klein riviertje onderaan, zacht hellend en plat terrein, één boerenbuurman, oude vijgenboom, wilde bloemen, ontelbare kwetterende vogeltjes, schitterende uitzichten langs alle kanten en een pad dat de heuvels inleidt om urenlang te wandelen. Aan de voet van het natuurpark van de Candeeiros, maar een half uur van de oceaan. Voor anderen ziet het er misschien enkel uit als een vervallen boerderij, een vergeten stukje aarde waar niemand iets aan heeft, maar wij kregen instant kippenvel toen we het domein voor het eerst betraden. Het heeft zoveel potentieel. Who feels it knows it.

Een straatnaam of huisnummer is er niet. Het landgoed van bijna een hectare heet ‘Terra do Rio’, en iedereen in de buurt weet waarover het gaat. We kwamen de buren al tegen, mensen die daar al hun hele leven wonen en de grootste uien en bonen kweken die ik ooit gezien heb. Ze kennen waarschijnlijk weinig van wat wij op school of uit boeken leerden, maar weten alles van de natuur en zo zelfvoorzienend mogelijk leven. We werden met open armen verwelkomd en voelden de warme gastvrijheid tot in onze botten.

Na nog drie bezoekjes, heel wat uren research, vier uur papierwerk checken bij de Câmara Municipal (in het Portugees!), veel gesprekken en goed nadenken en voelen, wisten we het zeker: Terra do Rio is de plek waar we willen wonen, de plaats waar we de rest van ons leven willen opbouwen. Dat klinkt misschien té snel voor sommigen. Moesten we niet eerst nog tientallen andere domeinen bezoeken? Mochten we wel zo hard van stapel lopen en de knoop nu al doorhakken? Ja, naar ons gevoel zeker wel. Dit was de enige plek die nog maar in de buurt kwam van waar we al jaren van droomden. Voor ons is het duidelijk. Hier moeten en willen we zijn.

Alles kwam dus in een stroomversnelling terecht. We kwamen de toffe eigenaar tegen bij de Câmara Municipal, hoorden dat hij het erfde van zijn grootouders en zelf in Mozambique werkt. We maakten verdere afspraken via de immo, driedubbelcheckten het papierwerk nog eens en namen de definitieve beslissing: we kopen Terra do Rio! Intussen is de compromis getekend. Over enkele weken volgt de definitieve akte. Het voelt nog een beetje surrealistisch, maar we zijn vooral ontzettend dankbaar dat het zo mag lopen. Zodra we kunnen, beginnen we het domein op te ruimen zodat we er ons eigen paradijs van kunnen maken. Niet snelsnel, maar stap voor stap. We hebben tijd, ruimte en onze camper als huisje. Niets is dringend. We fantaseren urenlang over waar de moestuin zal komen en welke fruitbomen we willen zetten, hoe we de (natuurlijke) rommel uit het riviertje willen halen en wat we willen doen met de ruïnes. Alles op z’n tijd, maar we staan wel te popelen om erin te vliegen!

To be continued …

PS: We kijken er al naar uit om onze lieve vrienden en familie te ontvangen in de vallei. <3

Foto bovenaan: Terra do Rio!