We hebben het geluk dat we zowel tijdens onze reis als in Portugal al verschillende dierbare vrienden en familieleden mochten ontvangen. Zo leuk dat ze de moeite doen om tot bij ons te komen! De afgelopen weken kwamen papa en M op bezoek, meer dan dubbel zo lang als gepland. Yay! Eindelijk konden we onze nieuwe omgeving en ons eigen plekje met hen delen. We beleefden het alsof we zelf op vakantie waren. Al die tijd dat we niet fysiek samen waren, haalden we in. Familytime!
Midden september kregen we voor het eerst in maanden een paar dagen regen. Liquid sunshine, zeggen de rasta’s. We waren er in ieder geval ontzettend blij mee! De natuur leefde op, de aarde koelde af en het riviertje op ons terrein begon weer een beetje te stromen. Maar de dag dat papa en M arriveerden, scheen de zon, ondanks de regenvoorspellingen. Toen ze aankwamen schoten de tranen in mijn ogen en vlogen we in elkaars armen. Heerlijk.
De dag nadien zag ik papa op het dakterras staan. Mijn hart maakte een sprongetje. Papa! Hij werd meteen dikke vrienden met Buju en ging bijna elke ochtend en avond mee wandelen. We mochten hem en M op sleeptouw nemen in onze nieuwe omgeving. Er was zoveel om hen te laten zien! In de eerste plaats natuurlijk ons eigen landje, waar ze hopelijk nog heel veel zullen komen. Net zoals bij mijn mama voelde het heel speciaal om er met hen rond te lopen. Ze zagen in ieder geval ook de gigantische mogelijkheden, voelden de rust in de vallei en konden er best aan wennen om daar te zijn. Fijn!
Maar in de eerste plaats waren we de voorbije weken zelf ook toeristen. We aten Pastéis de nata en Bolas de Berlim met zicht op de heuvels en de lekkerste vegetarische gerechten met zonsondergang over de oceaan. Op terrassen natuurlijk, want Buju ging overal enthousiast mee. In Nazaré wandelden we over het lege strand en door de smalle straatjes. Op aanraden van anderen kochten we ook tickets voor de Buddha Eden Garden. Online leek het een beetje kitsch, maar toen we daar waren, werden we overdonderd door een prachtig park en honderden, misschien wel duizenden kunstwerken. Niet enkel (gigantische) boeddhistische beelden, maar ook unieke kunst van over heel de wereld, pagodes en meren. Toch een aanrader! Helemaal toerist voelden we ons in Óbidos, een prachtig bewaard vestingstadje, maar wel vol mensen, zelfs buiten het seizoen blijkbaar. Al blijft het wel mooi om rond te wandelen. Die namiddag vonden we rust bij de reggaevrienden die we via papa kenden. Wat een uniek gevoel om daar met z’n allen in de tuin te zitten!
De verste (en voor mij meest bijzondere) uitstap die we deden, was naar Mata do Buçaco, net boven Coimbra. Onderweg zagen we helaas wel de troosteloze littekens van de branden die afgelopen zomer woedden in Pombal. Verschrikkelijk. In 2019 bezocht ik het magische bos al met mijn mama en sindsdien bleef het altijd in mijn gedachten. We deden de moeite om een stevige wandeling te maken tot het hoogste punt, in bijna dertig graden en met meer dan tachtig procent luchtvochtigheid, maar werden beloond met een adembenemend vergezicht. En vooral ontzettend veel oude bomen, prachtexemplaren waar je alleen maar bewondering voor kan hebben. Andere mensen kwamen we in het bos amper tegen, behalve bij de bekende Fonte Fria, zogezegd het hoogtepunt, maar voor ons was dat het geheel, de vibe, het woud.
Een andere topuitstap was die naar de Serras de Aire e Candeeiros, een indrukwekkend nationaal park dichtbij onze nieuwe thuis. We gingen er wandelen, genoten van schitterende uitzichten en massieve rotsen, eindeloze heuvels, honderden jaren oude olijfbomen, verlaten valleien en (droge) rivierbeddingen waar binnenkort watervalletjes stromen. We zijn ontzettend benieuwd om de rest te verkennen! Vegetarisch hoogtepunt in een lokaal restaurantje: een bord gekookte kool, zonder meer. In de steden en op toeristische plekken vind je meestal wel iets als je geen dieren eet, maar ‘op den buiten’ helaas nog amper. Ik kan best mijn eigen potje meenemen, denk ik.
Af en toe bleven we een dagje op de quinta terwijl papa en M met z’n tweeën op stap gingen. J deed klusjes, ik schreef en ‘s avonds aten we met vier bij een van de vele leuke restaurantjes in de buurt. De prijs voor het meest verrassende gerecht gaat naar een dessertpudding met honing, olijfolie, stukjes olijf, waterkers en citrusvruchten erbij. Speciaal, maar eigenlijk heel lekker!
De laatste uren van de dag brachten we meestal door voor onze camper, met zicht op de heuvels. Daar praatten we over alles waar we het de afgelopen negen maanden via videochat niet over hadden, urenlang. Zalig.
Tussen alle uitstappen en etentjes door spraken Jannick en ik over de verhuis naar ons eigen landje en gingen we er natuurlijk een aantal dagen werken. Het is bijna zo ver! Veel te regelen en te doen, maar we zien het helemaal zitten en zijn er klaar voor. Dit is wat we al zo lang willen en naartoe werken. Enkele dagen geleden kwam de buurman langs om van alles te vertellen over het verleden van ons stuk grond, maar ook om te vragen of hij nog een deel van het veld mocht inzaaien om te hooien in het voorjaar, en om te zeggen dat hij ons in het begin kan helpen met water. Win-win! Nadien zetten we zo snel mogelijk ons eigen (filter)systeem op, met water uit de put. Het is echt een geruststelling dat de buren ons zo warm verwelkomen en helpen. We kregen zelfs al kilo’s appels, een grote zak geroosterde pompoenzaden en een heet brood vers uit de houtoven. Die dingen smaakten nog nooit zo lekker.
De herfst is begonnen. We merken het aan de frissere wind en de minder hete dagen, hoewel we meestal nog baden in zonneschijn. Zo benieuwd naar de komende seizoenen! Natuurlijk vonden we het spijtig dat papa en M weer naar Belgenland vertrokken, het liefst van al zouden we ze hier houden, maar tegelijk is het ook heel fijn dat we de volgende stap zetten en weer doorgaan met ons levensproject. Wanneer ze terugkomen, zijn we al helemaal thuis op Terra do Rio.
Foto bovenaan: Familytime in Mata do Buçaco, de varenvallei. (M)