Regen, regen, regen, enkele zonnige dagen, en nog meer regen. De herfst laat zich voelen, ook bij ons in Portugal. Droge stoffige paadjes veranderen in plakkerige modderweggetjes, een aantal boomsoorten verliezen hun bladeren, de temperatuur zakt en onze dikke truien komen weer boven. Goed voor de natuur en de waterputten uiteraard, het riviertje raast dag en nacht door, maar wat waren we dankbaar voor de zonnige dagen!
De voorbije weken stonden we vaak op met het intussen bekende getokkel op het dak van de camper. Ingepakt in regenkledij vertrok ik met Buju om onze ochtendwandeling te maken. Vertrekken was soms met weinig enthousiasme, maar eens we op pad waren, genoot ik ervan. De vallei zag er elke dag anders uit. Het leek zelfs alsof er een tweede lente kwam na de hete zomer: overal frisgroene sterke planten en veel bomen bleven gewoon groen.
Het liefst van al willen we veel buiten werken, maar daar dachten de weergoden duidelijk anders over. We verschoven onze prioriteiten en gingen aan de slag in het huis, vooral Jannick dan. Hij maakte dagen aan een stuk kaders voor de oude ramen en deur die we van onze lieve vrienden kregen, en zette er ineens een warme gele kleur op. Zelf werkte ik urenlang aan manuscripten vol zware verhalen, maar ook inzichten. Ik kon er helemaal in verdwijnen, met het getik van de regen op de koepel en Buju naast me op de bank. En als het dan toch even opklaarde, dan vond je me geregeld in een van de ruïnes waar een gigantische berg kapotte dakpannen ligt. Daar zat ik dan urenlang op een krukje pannen fijn te slaan om paadjes te maken. Een deel zonk intussen al weg in de modder, maar met een tweede laag hielden ze stand. Er zijn nog heel wat meters te doen, maar waarom geld uitgeven als we het materiaal zelf in huis hebben? Dan draag ik mijn laarzen nog wel wat langer.
Zodra het enkele uren of een dag droog was, gingen we aan de slag op ons landje. Soms gaf de zon zoveel warmte dat we in t-shirt werkten. De regendagen waren snel vergeten. We zijn nu al heel blij met de steeds groeiende moestuin. Ui, look, prei, erwten, tuinbonen, raapstelen, rapen, snijbiet, broccoli, boerenkool en salade: het assortiment blijft groeien. En van de raapstelen en sla kunnen we al eten! Heerlijk gevoel om weer groenten van eigen kweek te hebben. Wanneer we best planten, leren we van de buren of lezen we in de Borda d’Água, het krantje dat de meeste mensen hier gebruiken als richtlijn. De maan speelt daar een grote rol in. Op sommige momenten is er meer energie in de grond en zaaien we, op andere is het tijd om jonge plantjes uit te planten. Wanneer het helder is, zien we de maan ‘s avonds vaak fel over het land schijnen en mijmeren we over de kracht en logica van de natuur. Geheimzinnig en tegelijk eenvoudig mooi.
Naast de moestuin hebben we sinds deze week ook een beginnende boomgaard. Hoera! Ik moet spontaan lachen als ik eraan denk, zo gelukkig word ik ervan. We kochten kleine fruitbomen op de Santanamarkt, de grootste markt waar ik ooit geweest ben. Ze verkopen er dan ook zowat alles. Elke zondag komen mensen uit de verre omgeving om er inkopen te doen en lekker te eten. Wij spraken af met onze fantastische buurvrouw die ons voorstelde aan de man bij wie zij al tientallen jaren bomen koopt: succes gegarandeerd. Als eerste reeks kozen we voor abrikoos, pruim, nectarine, kiwi, citroen en clementine. Na de middag leerde dezelfde buurvrouw ons hoe we stekken konden nemen van olijfbomen en aardbeibomen. Geweldig! Al die boompjes samen geven ons landje ineens een heel ander uitzicht, minder leeg, meer leven, meer van ons. We zijn ontzettend benieuwd om ze te zien groeien.
Ondanks dat we zelf nog geen vruchtdragende bomen hebben, is er absoluut geen gebrek aan fruit. De citrusbomen zijn alomtegenwoordig en hangen vol kleurrijke bollen die mensen graag met ons delen, er zijn nog steeds appels die nog even knapperig zijn, de kiwi’s hangen in massa’s aan de klimplanten én het is de tijd van de tamarillo’s, een vrucht die we recent ontdekten en waar we helemaal gek op zijn. De smaak lijkt op een combinatie van tomaat, basilicum, passievrucht en soms een vleugje watermeloen. Klinkt gek, maar het is oh zo lekker! In het voorjaar gaan we zeker zelf een aantal van de snelgroeiende bomen planten.
Nu de temperaturen zakken, gebruiken we het kacheltje in de camper weer. Ik voelde me vaak schuldig over de diesel die daarvoor nodig is, maar in vergelijking met wat we vroeger verbruikten valt het in het niets. Het kacheltje is heel zuinig, we rijden veel minder met de wagen, kopen enkel het hoogstnoodzakelijke, eten (nog) lokaler, verbruiken een minimum aan water, komen bijna een half jaar toe met een gasfles om te koken en water op te warmen en zagen in de app van de zonnepanelen dat we iets minder dan 50kW per jaar (!) verbruiken, en dat dus van pure, gratis energie van de zon. Ik zocht het even op en las dat een gemiddeld huishouden meer dan 2000kW per jaar verbruikt. Hadden we wel juist gerekend? Ja. Waarom dan zoveel als het ook met veel minder kan? Oké, we doen onze was in de wasserette en mogen regelmatig douchen bij lieve vrienden, maar toch. Ik ben er heel trots op dat we het met zo weinig doen. Dat we geen energierekeningen hoeven te betalen terwijl de prijzen zo stijgen, is natuurlijk een zegen.
De dagen worden steeds korter, de nachten langer. We brengen veel tijd door in ons campertje, net als in het begin van onze reis. We praten, lezen, schrijven, lachen, koken, eten, maken plannen en geven veel aandacht aan Buju, die naast puberhond ook geëvolueerd is naar knuffelbeer. Het liefst van al zijn we samen hier, thuis. Tenzij er een goede reden is, voelen we weinig behoefte om weg te gaan. Er is best wel wat te doen in de dorpjes en stadjes in onze omgeving, maar het enige evenement waar we heengingen was Magusto, een volksfeestdag om het einde van de zomer en begin van de winter te vieren, op de dag van São Martinho, Sint-Maarten dus.
Onze allerliefste buren (ik kan het niet genoeg zeggen) namen ons mee naar het oude schooltje op de heuvelkam, waar het grootste deel van het dorp ligt. Ik was best zenuwachtig om onze dorpsgenoten te ontmoeten. Gelukkig nam de buurvrouw ons onder haar hoede. Ze stelde ons voor aan een aantal mensen en nodigde ons uit aan haar tafel, waar later nog een heleboel familieleden aanschoven. Daar aten we de verrukkelijke traditionele gepofte kastanjes en dronken zij de nieuwe wijn. Even later kwamen er ineens dampende filhós op tafel, gefrituurd deeg met suiker en kaneel, iets tussen een oliebol en een donut, vonden wij. Lekker dus! En best gezellig, ondanks de nog steeds aanwezige, maar elke dag een klein beetje kleinere taalbarrière.
Toch genoot ik veel meer van het onderonsje dat we met het oudere koppel hadden. Na de markt werden we uitgenodigd voor een lunch die volledig van hun eigen terrein kwam, op het zout na: versgebakken frietjes (zó lang geleden!), eieren, olijven, kip (niet voor mij uiteraard), salade, ui en olijfolie. Als sobremesa (dessert) kregen we appels en zoete aardappelen uit de houtoven, zo heerlijk gekarameliseerd dat het bijna niet te geloven was dat ze geen suiker toegevoegd had. Ik kan alleen maar met bewondering toekijken hoe zij zoveel mogelijk zelf voorzien.
Voldaan liepen we samen het erf op, keken naar het uitzicht en gingen stekken nemen van hun bomen en planten. Tijdens de korte wandeling kregen we weer de meest waardevolle uitleg over de natuur om ons heen. In het Portugees uiteraard, van hen leren we de taal het beste. Een paar dagen voordien ging Jannick al samen parasolzwammen oogsten in het bos. Een uur later lagen ze gebakken met look en ui op ons bord. Hemels lekker. We prijzen ons gelukkig met ons plekje, maar ook met onze medebewoners in de vallei. Steeds meer voelen we ons hier thuis, en daar dragen zij een groot stuk aan bij.
We zijn benieuwd wat de komende wintermaanden zullen brengen. Op het dak voor het huis is het wachten tot het voorjaar, dus voorlopig wonen we nog een tijdje in ons huisje op wielen. Uit ervaring weten we intussen dat het soms vervelend kan zijn om in de winter in een camper te wonen, maar ook best gezellig. En we hopen natuurlijk dat het hier net iets minder (vaak) koud wordt dan in België en Nederland. Wat het ook brengt, we kijken ernaar uit. Zonder deze natte en koudere maanden zou het hier nooit zo groen kunnen zijn.
PS: Na meer dan een maand wachten kregen we onze brievenbus bovenaan de weg naar de vallei én ontvingen we onze eerste post van geliefden! Het voelde heel speciaal om een ontroerend kaartje in handen te hebben van iemand die we zo graag zien. Dat is dan ook het enige wat we soms intens missen sinds ons vertrek: onze fantastische vrienden en familie. In ons hart zijn ze er altijd bij.
Foto bovenaan: ochtenduitzicht tijdens de wandeling in de vallei. Afgelopen week zagen we een everzwijn wegspringen tijdens het wandelen. Give thanks.
Meer foto’s: @Projectnaturalmystic
Als er iemand is die zich niet schuldig hoeft te voelen voor het verbruik van een paar litertjes diesel, dan wel mensen als jullie. Love!
Fijn dt het jullie zo bevald .Ook geluk met de buren en inderdaad de beste school om een taal te leren is met de bewoners van het land zelf. Dan leer je alles . Nog veel geluk.
Wat word ik altijd vrolijk bij het lezen van jullie verhaal! Met veel verbijstering consumeer ik elke letter waarbij je vertelt hoe weinig een mens nodig heeft om tevreden te zijn. Omringd door geliefden én de prachtige natuur. Geluk is niet de eindbestemming, maar de reis, de weg.Zo blij dat ik via jullie verhaallijn hiervan getuige mag zijn.
We kunnen met z’n allen veel van jullie leren! Dankje om dit avontuur in veel details telkens weer te delen! Ik ben er van overtuigd dat jullie met jullie ingesteldheid de winter goed gaan doorkomen, en hopelijk duurt die niet te lang! Voerense groetjes, Ingrid.
Oooja…in het zuiden noemen ze dat dan ook de 2e lente….😁😁😁
Zalig om te lezen….
Pingback: De zondvloed voor Kerst – Onder de bomen