Midden februari stond hij hier ineens met zijn tractor en ploeg, de oudste zoon van onze lieve buren. Ons grote veld was toen nog diep geploegd en lag al heel de winter in grote kleibrokken met hier en daar een toefje groen. We keken toe hoe hij alles fijnmaalde en later nog fijner. Hoera! We konden beginnen met de aanleg en voorbereidingen van de zomermoestuin!
Het overgrote deel van het veld lenen we dit jaar nog aan de buren. Zij zaaiden er verschillende granen die deze zomer als hooi zullen dienen voor de paarden. Dat doen ze al tientallen jaren, sinds onze grond verlaten werd. Zelf komen we er absoluut nog niet aan toe om het volledig in te richten. We legden onze focus afgelopen winter op het groen voor en achter het huis, wat op zich al honderden vierkante meters is waar we intussen tientallen bomen plantten, bloemen zaaiden en sierplanten in de grond staken. Eigenlijk zijn we blij dat ze vroegen of ze nog een stuk mochten gebruiken!
De zomermoestuin kreeg een plek onderaan ons veld, net boven het riviertje. Die plaats blijft het langst nat en is dus ideaal voor de warme en droge maanden die eraan komen. Eindelijk konden we de grote moestuin aanleggen waar we al zo lang van droomden. Ons energiepeil schoot omhoog. Dolenthousiast en euforisch bespraken we wat we allemaal wilden doen. We haalden palen en draad in a loja que tem de tudo (‘de winkel die alles heeft’) in ons dorp, gingen meteen aan het werk en stonden versteld hoe vlot we een degelijke omheining gebouwd hadden. Dat klinkt misschien vreemd als eerste stap, maar na verschillende ontmoetingen met everzwijnen, geluiden en sporen op ons veld, en de konijnen die we op de wildcamera zagen, nemen we liever geen risico.
We bekeken het wisselteeltplan waar we in de winter al een eerste aanzet voor neerpenden. Maar voor we aan zaaien en planten konden denken, moest er eerst nog heel wat werk verzet worden. Op basis van ons plan hadden we een gebied omheind van iets meer dan vierhonderd vierkante meter, inclusief (best brede) paden en een bloemenborder van een meter breed waar we ook een heleboel bessen, mega zonnebloemen, erwten en curuba’s (bananen passievruchten), druiven en chuchu (chayote) in plantten.
Heel ons terrein bestaat uit zware kleigrond. Voor sommige soorten is dat een groot voordeel. Kolen, aardappelen, rapen en bieten floreren hier en hebben niets nodig! Maar veel groenten houden toch van luchtigere aarde. We willen in de toekomst ook niet meer ploegen in onze moestuin, zodat we een duurzame gezonde bodem met een gevarieerd bodemleven kunnen creëren. Om onze vierentwintig (!) bedden te verbeteren, hadden we dus massa’s compost nodig. Die hadden we gelukkig gevonden in het midden van de berg takken en planten (ter grote van een container) die bleef groeien voor het huis, terwijl het domein steeds opgeruimder raakte.
De buitenste lagen dienden voor een vuur deze winter, het binnenste was prachtige zwarte compost. Die zat wel nog vol met takken, stukken dakpan en bramen. We moesten alles dus nog met de hand zeven. Jannick maakte een grotere zeef die op de kruiwagen paste en begon er wekenlang zijn dag mee. Op andere momenten was het mijn beurt. Samen reduceerden we de berg tot een hoopje en brachten we alles met de kruiwagen naar beneden. Leuk dat we met volle ladingen naar beneden konden wandelen, maar het bleef toch een gigantische klus om heen en weer te lopen. Per bed gebruikten we ongeveer vier kruiwagens, dus dat waren veel tochtjes op en neer.
Op andere momenten maakten we paadjes en de border, met de enxada, de schoffel zoals we die in het Nederlands kennen. Hier in Portugal is dat met uitstek het meest gebruikte tuingereedschap. Iedereen heeft meerdere exemplaren en je ziet regelmatig mensen op straat met een enxada over hun schouder. Je slaat er de steenharde kleibrokken mee in gruzelementen, hakt er onkruid mee weg, ploegt handmatig je aarde, graaft er diepe gaten mee om bomen te planten en maakt er mooie greppels mee. Schoppen zie je hier zelden. Mijn lieve mama kwam op bezoek, zat erbij en keek er trots naar. We vonden het heerlijk om haar te zien genieten van een boek en de vallei die we thuis noemen.
Terwijl ik de eerste zaadjes onder de aarde stak in onze miniserre, groeiden er al stugge grasklompen en onbestemd onkruid op onze nieuwe bedden. Voor we konden zaaien, moesten we eerst opnieuw hakken en wieden. En dat blijft gelden voor stukken die nog in afwachting zijn van hun zaden of planten. Niet altijd de klus waar we het meeste zin in hebben, maar eens we eraan beginnen, geeft het veel voldoening en gaan er kort nadien zaden of plantjes de grond in. Alle soorten opsommen zou een extra alinea kosten, ga er maar vanuit dat we zowat alles wat we lusten (en dat is veel) proberen te kweken, inclusief een extra veld met aardappelen. De groenten zien groeien en bloeien is een onbeschrijflijk gevoel waar we hier nog veel meer van genieten dan in het stadstuintje dat we vroeger vol potten zetten. Je eigen eten kweken zorgt voor voedsel voor je lijf en brein, maar ook voor je ziel.
In de wintermoestuin (hogerop) zijn honderden bollen look aan het groeien, oogsten we nog steeds rapen, worden de ontelbare tuinbonen elke dag groter, kunnen we niet volgen met het tempo van de bladkolen, verbazen we ons over de prachtige gele en rode nerven van de snijbiet, zien we twee dunne asperges groeien en kijken we uit naar de laatste heerlijke broccoli. Daar zetten we volgend jaar zeker meer van! Een eindje verderop staan onze bakken met aardbeien, vol stralend witte bloempjes en tientallen kleine vruchtjes. Yummie! De laatste week kochten we geen groenten en aten we elke dag van wat we zelf kweekten op ons veld. Fantastisch gevoel.
Op de eerste twintig meter van het veld, bovenaan naast het onverharde weggetje, plantten we nog meer fruitbomen die ons in de toekomst hopelijk zullen voorzien van appelen, peren, pruimen, abrikozen, nectarines, moerbeien, limoenen, mandarijnen en citroenen. We hebben met elkaar afgesproken dat we nu even stoppen met bomen planten en volgende herfst en winter de volgende reeks doen. Nu het droge seizoen eraan komt, zullen we al werk genoeg hebben om de jonge bomen genoeg water te geven in de zomer.
Zaaien, planten, wieden, water geven, helpen en zien groeien: het zijn de planten die we kweken en verzorgen die ons hier het meeste plezier brengen. We merken dat we er veel energie van krijgen, vaak vrolijk met een glimlach aan het werk zijn en elkaar enthousiast roepen wanneer er een plantje bovengekomen is of er een blaadje verschijnt aan een struik of boom. ‘Spannend’ lijkt een vreemd woord om het te omschrijven, en toch omvat het precies wat we voelen wanneer we een zaadje of plant in de grond steken.
Gaat het kiemen? Slaat hij aan? Hoe kunnen we het zo comfortabel mogelijk maken? Waarom hangen die bladeren slap? Komen er bloempjes op de sinaasappelbomen? Wanneer komen de laatste bomen uit hun winterslaap? Is dat de eerste bloesem?! Waar komen al die kleurrijke bloemen opeens vandaan? Zie ik daar beginnende vruchtjes?! Elke dag is een nieuwe scène in de natuurdocumentaire waarin we leven, zonder herhalingen en op het juiste tempo.
PS: De zingende cicaden en kikkers zorgen voor de perfecte soundtrack terwijl ik dit schrijf.
Foto bovenaan: lekkere snijbiet met de mooiste kleuren.
Fantastisch….kben helemaal mee….
Hebben jullie al mensen die gaan komen helpen??
Hey Lucky!
In mei komen er twee vriendinnen helpen. Hoera! Maar via WorkAway hebben we nog geen vragen gekregen. Altijd welkom hé ;).
Love!
Pingback: Zomerse lente in Portugal – Onder de bomen