Zomerse lente in Portugal

En toen was het plotsklaps volop zomer, of toch zoals we die in België kennen. Hier in Portugal blijkt dat gewoon de lente te zijn. Heerlijk warme en zonnige dagen, bloemen in overvloed, gezellig zoemende insecten, ’s middags schuilen voor de zon, blote voeten in het riviertje, Buju die vrolijk rent en zwemt tijdens de altijd fijne wandelingen en ‘s avonds lekker lang buiten zitten. Onze aandacht gaat volop naar de moestuin en het kippenpaleis in wording. Elke dag leren we onze nieuwe thuis beter kennen en experimenteren we met de mogelijkheden van ons landje. Forward ever!

Zoals ik al schreef in de vorige blog, halen we heel veel vreugde en plezier uit het zaaien, planten en verzorgen van groenten en fruit. Het is een van onze favoriete dingen aan ons ‘nieuwe leven’ in Portugal. Hoewel we op de rem wilden gaan staan, konden we ons toch niet inhouden en zetten we de voorbije weken nog heel wat extra variëteiten in de zomermoestuin. Het grootste deel van de vierentwintig bedden is intussen gevuld. Weliswaar nog met kleine plantjes, maar als alles goed gaat, zullen die over enkele weken en maanden alle ruimte innemen en een overvloed aan vruchten produceren. Spannend!

Wie ons kent, weet dat we de lat voor onszelf soms nogal hoog leggen. We plantten in ons eerste jaar hier dus niet alleen zowat alle groenten die we graag lustten, maar ook een heleboel bessen en bloemen. We zijn ontzettend benieuwd naar de meloenplanten die we kweekten vanuit het zaad dat we vorige zomer verzamelden uit gigantische exemplaren die we in de buurt kochten. Net als de pompoenen zien we de planten elke dag serieus groeien. De zonnebloemen staan al enkele tientallen centimeters hoog, de tomatenplanten rijzen gestaag en de aardappelplanten vullen hun bedden met veel enthousiasme.

En dan hebben we het nog niet over de tientallen erwtenplantjes die zich vastklampen aan de draad, de snel klimmende chuchu (chayote) en de stekjes van de bananenpassievrucht (curuba). Als die laatste uitgroeien tot een even grote klimplant als die van de buren, dan hebben we voor de rest van ons leven een overdaad aan de heel smakelijke en gezonde vruchten. De wondermooie dieproze bloemen waaruit ze ontstaan zijn daarenboven een feest voor het oog. Ook de klimdruiven schieten onverwacht snel de hoogte in en de kiwiboom lijkt nu al voorbestemd om een hele hoek van het hek in te palmen. Kiwi’s van eigen kweek?! Check!

De warme dagen (soms hete, met meer dan 30 graden op de thermometer) zijn langs de ene kant heerlijk, maar langs de andere kant betekent het wel dat we nu al veel water moeten geven. Gelukkig stroomt het bronnetje nog en hoeven we onze voorraden en putten nog niet te gebruiken, maar dat neemt niet weg dat het een heel gedoe is en veel tijd in beslag neemt om alles handmatig (met gieters) water te geven. Een irrigatiesysteem hebben we niet. We willen het zonder proberen en weten ook (nog) niet hoe we dat zouden aanpakken met de wisselteelt die we toepassen. Elk jaar het systeem verplaatsen en veranderen? Deze zomer zal het wel uitwijzen. Even afwachten hoe het gaat.

Naast de honderden (of zijn het duizenden?) groeiende groenten, zijn ook de tientallen fruitbomen wakker geworden. Ze dragen bijna allemaal bloesems en aan de perzik- en vijgenbomen hangen zelfs al vruchtjes. Hoera! Het is een zegen om elke dag te zien hoe de boompjes meer bladeren, bloemen en takken maken. Twee weken geleden kregen we van de buurvrouw nog een tamarillo cadeau, een boomtomaat. Voor we in Portugal kwamen, hadden we daar nog nooit van gehoord, maar toen we ze in het najaar proefden, waren we meteen verkocht. Benieuwd hoe die het zal doen deze zomer! Mijn favoriet van het moment is de sinaasappelboom, die tegen onze verwachtingen in opeens bloempjes begon te maken en daarmee de zoete bedwelmende geur van oranjebloesem de lucht in stuurt, naar mijn mening een van de beste geuren die er bestaan. Hemels.

Terwijl alles snel groeit (en dat hopelijk blijft doen), eten we mierzoete aardbeien die we zelf kweekten en kilo’s van de ons voordien onbekende loquats van de buren. We oogsten ook nog steeds volop van onze wintermoestuin. Warmoes, rapen en kolen blijven groeien, en sinds enkele weken zijn daar de tuinbonen (favas) bijgekomen, labbonen. In exuberante hoeveelheden. Aan elke plant hangen tientallen reusachtige peulen met daarin drie tot zes bonen. We hebben best veel planten staan, dus lijkt het nu alsof we eindeloos kunnen oogsten. Het duurt wel even om ze allemaal te doppen, maar laat dat nu net een meditatief werkje zijn dat ik graag doe. Nochtans deed ik het in België nooit. Daar hadden we ‘te weinig tijd’ of had ik er de energie niet voor. In de winkel verkochten ze de bonen amper, tenzij gedopt uit de diepvriezer, want wie wil die moeite nog doen?

De eerste berg die ik hier oogstte, heb ik na het koken opnieuw gedopt (dubbeldoppen), omdat ‘het internet’ dat aanraadde. Maar toen ik het vroeg aan twee buurvrouwen keken ze me aan alsof ik gek was en zeiden dat we ze gewoon zo konden eten. Ze hadden gelijk. De bonen waren even lekker, het kostte me maar de helft van de tijd om ze klaar te maken én we gooiden geen perfect eetbare omhulsels weg. Wat ben ik als vegetariër blij met die uitstekende bron van proteïnen! Gedaan met bonen uit blik! We aten ze al met ui en olijfolie in de pan, in maaltijdsoep, bij noedels en in risotto, telkens in combinatie met groenten uit eigen tuin. Hoera!

Naast het verzorgen van planten en het bouwen van het kippenpaleis, hebben we de voorbije maand grote stukken land vrijgemaakt en ontdekt. Opeens is het nóg groter! Vlijmscherpe meterslange bramen, immense rietstengels, omgevallen bomen en onbestemde snelgroeiers kwamen op indrukwekkende stapels terecht. Jannick was uren in de weer met de bosmaaier en de kettingzaag, ik trok de eindeloze bramen en onbekende klimmers uit de opgeluchte eikenbomen. We maakten een deel van het riviertje en de oever schoon, waardoor er een idyllisch stroompje tevoorschijn kwam. Als kers op de taart ontdekten we een klein grotje op een beschutte stille plek. Het voelt heel goed om stap voor stap iets moois te maken van ons plekje.

Meestal zijn we met z’n tweetjes bezig op ons landje en dat vinden we prima, maar we waren ook in de wolken met het bezoek van onze oh zo dierbare vrienden. We gingen naar de oceaan en de bergen, aten de lekkerste gerechten, speelden uren met Buju en lachten tot onze kaken er pijn van deden. Samen maakten we het eerste kampvuur in de vuurkring die Jannick bouwde. Magisch, zeker omdat (kamp)vuur altijd zo’n grote rol heeft gespeeld in onze levens, vooral in dat van fyahman Jannick. We deelden knuffels, liefdevolle blikken, inzichten, wijsheden, grappen, eten en nieuwe herinneringen. Wat me het meeste plezier deed, was dat ze mee genoten van ons landje en de directe omgeving. Ze spraken zelfs letterlijk uit hoe goed en thuis ze zich hier voelden. Hartverwarmend. We willen niet liever dan dat onze geliefden hier graag zijn en tot rust kunnen komen. Voor altijd in mijn hart.

PS: Terwijl ik dit schrijf, is het voor het eerst in weken nog eens een dagje stevig aan het regenen. We kunnen er alleen maar blij mee zijn met het vooruitzicht op een lange hete droge zomer. Alle planten genieten ervan en kunnen het goed gebruiken. En wij moeten een paar dagen geen water geven ;).

Foto bovenaan: onze eigen oranjebloesem! Jammer dat je de verrukkelijke geur niet door een scherm kan ruiken.

Meer foto’s: https://www.instagram.com/projectnaturalmystic/