De voorbije weken is er weer veel gebeurd. Onze dagen werden ingedeeld door de kitten die we vonden, we konden ineens geen Frans meer spreken, haalden twee volle kruiwagens zoete aardappelen uit de grond, ruimden de rest van de rivier op, zijn aan het wisselen van zomer- naar wintermoestuin, gebruikten het tractortje voor de eerste keer écht, zagen een prachtige passiebloem ontwikkelen, smulden van de lekkerste verse avocado’s en gingen tussendoor naar het (voor ons) eerste festival in jaren. Onder de bomen!
Ongeveer een maand geleden stuitte ik tijdens het opruimen van de rivier op een nestje met vier slapende kittens, nog geen week oud. Ik liet hen met rust en werkte ergens anders verder. Toen ik een paar uur later van in de verte nog eens ging kijken, zag ik de moeder erbij liggen. Mooi! Tot Jannick de volgende ochtend ging kijken en er alleen nog een piepende zwarte kitten lag, de drie witte waren weg. We gingen ervan uit dat de moeder hen een voor een aan het verplaatsen was en maakten ons weinig zorgen. In de late namiddag kon ik het niet laten om nog eens te kijken. Hij lag er nog steeds, nu luid krijsend. Mijn hart brak. Ofwel liet ik hem daar voor dood achter, letterlijk, of ik nam hem mee en zou hem verzorgen. In de camper met een enthousiaste border collie leek het me eerst niet mogelijk, maar ik kon niet anders. Ik volgde mijn buikgevoel. En hij is er nog steeds!
In het begin moesten we hem om de drie uur een flesje geven. Onze dagen waren ineens in blokken verdeeld. Het beestje zat vol levenslust en slokte de melk gretig naar binnen. We zagen hem elke dag groeien en ontwikkelen. Fantastisch! Pas nadat hij aangesterkt was en zijn oogjes open deed, gaven we hem zijn naam: Ziggy. Hij sliep (en slaapt nog steeds) in een grote kuip waar een dikke wollen sjaal in ligt. In het begin moest daar ‘s nachts een warmwaterkruik bij. Nu hij wat groter is, verandert heel de dynamiek. Het katertje wil ontdekken en spelen! Gelukkig hebben wij de allergrootste speelvogel in huis (in camper dus): Buju. Die vond het kronkelende ding ‘zonder ogen’ in het begin vreemd, maar hij ontpopte zich al snel tot hevige, maar zachtaardige speelkameraad. Oef, opluchting! We moeten hem zelfs vaak verplichten om te stoppen, anders zou hij er de hele dag mee bezig zijn.
Er zijn heel veel katten hier. Ze worden (vooral op het platteland) zelden gesteriliseerd of gecastreerd en raken vaak op jonge leeftijd zwanger. Bij onze buurman alleen al zijn er meer dan twintig katten. Nochtans kan je er drie per huishouden gratis naar de dierenarts brengen, maar zij vragen zich af waarom ze dat zouden doen. Ze zijn perfect om muizen en ratten weg te houden uit de stallen, eten restjes vlees en zelfs doodgeboren biggetjes, en krijgen voor de rest goedkope brokjes en water. Zij zien er geen kwaad in om het te laten zoals het voor hen altijd geweest is.
Genoeg over katten
Er is nog veel meer gebeurd. Zo kwamen er twee reggaevrienden langs die op doortocht waren. De twee dagen die ze hier doorbrachten waren ontzettend gezellig. Het enige ‘probleem’ was dat we ineens nog maar amper Frans konden spreken. Quoi?! Een van de mannen sprak de mooie taal die wij anderhalf jaar geleden nog bijna zonder nadenken vloeiend uit onze monden hoorden komen. Nu we Portugees leren, een andere Romaanse taal, gooiden onze hersenen enkel die woorden naar voor. De Franse leken zo ver naar de achtergrond geduwd dat we stamelden en fouten maakten, over de banaalste dingen. Het Portugees overheerste. Bizarre ervaring! En ergens ook jammer. Zou dat nog terugkomen? Of vervaagt het nog meer als we het niet spreken?
Ondanks hun drukke programma, hielpen de mannen met het oogsten van de zoete aardappelen. Leuk én handig! We haalden samen ongeveer zestig kilo uit de grond. Supertrots! Ze hielpen ook nog even met het opruimen van alle groenafval dat ik op de oevers gooide. Na weken werk is de rivier helemaal schoongemaakt. Wat een verschil met de totaal overwoekerde bedding waardoor we het water amper zagen stromen! De bramen en ondefinieerbare plantenresten sorteerde ik op een hoop om te composteren; de duizenden dikke rietstengels vormen een nieuwe afscheiding onderaan ons landje. We kijken er nu al naar uit om het water binnenkort steeds hoger door de opgeruimde bedding te zien kabbelen, en na weken regen zelfs razen.
Nu het einde van de zomer in zicht is (hier duurt die natuurlijk iets langer), wisselen we stilletjes aan van zomer- naar wintermoestuin. In de eerste zijn de helft van de bedden nog gevuld met kolen, basilicum, bietjes, aubergines, tomaten, paprika’s, bonen, pepertjes, spruiten, courgettes, komkommers, pompoenen en luffa’s. De rest zaaiden we al in met groenbemesters phacelia en lupine. Op het hek bloeit de eerste felroze passiebloem van de curuba. Yay! We plantten een tweede avocadoboom en kregen in (jaren) afwachting handenvol avocado’s van nieuwe vrienden. Voor het eerst genoot ik zonder schuldgevoel (veel te veel water uit meestal droge streken, ontbossing, ver gekoeld transport, …) van een van mijn favoriete vruchten. Ik belegde dikke sneeën in de oven gebakken brood met even dikke schijven van het mooiste groen. Peper, zout, een paar kerstomaatjes en klaar.
In tegenstelling tot vorig jaar, hoeven we de wintermoestuin deze keer niet met de hand te hakken. We kochten namelijk een klein tractortje van een man hoger op de heuvel. (Een oude Pasquali, voor de geïnteresseerden.) Het spaart ons weken tijd en geeft ons de kans om veel meer te kweken, zodat we volgend jaar ook groentepakketten kunnen aanbieden en een aantal gewassen kunnen telen voor ons favoriete restaurantje. De kleine frees en ploeg waren inbegrepen in de prijs. Momenteel zijn we nog op zoek naar een tweedehandse maaibalk om ons gras- en onkruidmanagement beter aan te pakken. De tractor zal waarschijnlijk maar om de paar weken uitrijden, maar lijkt nu al de investering waard. Ik blijf het best grappig vinden om Jannick rond te zien tuffen over ons landje, alsof het altijd zo geweest is.
Soundsystem time
Toen ik in de zomer massa’s foto’s en filmpjes zag van festivals met soundsystems, voelde ik het kriebelen. Het maakte een integraal deel uit van mijn leven voor ons vertrek en ik miste het gevoel van doordrongen te zijn met muziek. We zetten wel bijna dagelijks iets op in de camper of op ons terrasje, maar zo’n bluetoothbox is uiteraard helemaal niks in vergelijking met een soundsystem. Dat was geleden van Dub na Montanha vorige zomer, een festival al van voor de coronapandemie. Toen onze Nederlandse reggaevrienden een link doorstuurden van Sabura Festival, was ik dus meteen verkocht. Blackboard Jungle Sound was te gast met hun superieure soundsystem. Meer moest ik niet weten. Er waren nog tientallen andere acts en activiteiten, je kon er kajakken en yoga doen, maar ik wilde gewoon overspoeld worden door mijn favoriete muziek.
We reden anderhalf uur naar het zuiden, door Lissabon over de bekende Ponte 25 de Abril, naar het natuurpark in Sesimbra waar we op een soort mini Couleur Café terechtkwamen, maar dan aan een groot meer en ver van de stad. Het voelde meteen vertrouwd en het werden geweldig ontspannen en gezellige uren onder de bomen. Met grote dank aan het beste gezelschap natuurlijk. Het was onbeschrijflijk om daar samen te zijn, de bassen in mijn lichaam te voelen en te dansen op het ritme dat we zo goed kennen. Toen ik het eerste gekraak van een vinylplaat door de boxen hoorde komen, maakte mijn hart een sprongetje en kreeg ik zelfs een krop in de keel. Er zijn bij mij zoveel emoties, herinneringen en vooral geliefden verbonden aan reggae, dub, soundsystems en festivals. Al van in mijn kindertijd.
De Dub Arena op Sabura Festival laadde mijn muziekbatterij helemaal op. Ik kan er weer even tegen. Nog voor middernacht lieten we de zware bassen en aanstekelijke tunes achter ons en deden heel de route (inclusief het ophalen van Buju en Ziggy) in de omgekeerde richting. Of toch nadat Google Maps ons eerst in het pikdonker een zandweggetje van drie kilometer liet volgen dat uitkwam op een met een auto ontoegankelijk pad, omdat hij ‘dacht’ dat het op het andere weggetje ‘te druk’ was en het alternatief sneller zou zijn. Oeps! We konden er goed mee lachen, vooral omdat het hier wel vaker gebeurt op de wegen, waar het zelden druk is.
Mensen vragen soms hoe het zit met het huis. Zouden we dat niet eerst in orde brengen? Wanneer zullen we er wonen? Je las het hierboven al: we geven prioriteit aan ons landje en een zo zelfvoorzienend mogelijk leven opbouwen. We volgen ons buikgevoel en dat voelt goed. Deze winter staan er wel heel wat werken op het programma. Jannick is bezig met het plaatsen van de laatste ramen, we gaan de punten van het gloednieuwe dak schilderen, een grachtje graven om het vele regenwater af te leiden en daarna een vloer maken (de vorige is rot en er zit een halve meter ‘niets’ onder en dan gewoon aarde). Hoe lang dat zal duren? Wanneer we verhuizen? Geen idee, dat zien we wel. We willen ook nog tientallen bomen en een haag planten. En waarschijnlijk komt er nog een heleboel tussen. We leiden het leven dat we willen en doen wat goed voelt. De rest volgt wel.
Om af te sluiten nog een actiefoto van de spelende Ziggy en Buju. 🙂
Positief!!!!
We leiden het leven dat we willen en doen wat goed voelt. De rest volgt wel.
Dat is gewoon de mooiste zin ! Volhouden.
Bedankt José, doen we ;).
Lekker leven .gewoon top .leven als kat en hond kan zalig zijn .
Als de natuur je thuis is, heb je veel minder huis nodig!
Veel liefs!
Klopt helemaal! 🙂 Liefs!
Ik dacht volgende keer ik haar zie vraag ik om een groentepakket samen te stellen…en nu lees ik dat je dat van plan bent SUPER! ( geen aubergine) aub…
Dat komt in orde! 😉