Wie Jannick kent, weet dat hij geïntrigeerd is door ruïnes, verlaten tunnels en grotten. Wanneer we tijdens een wandeling een overwoekerd gebouw(tje) spotten in het bos, moet hij er altijd even naar gaan kijken. Urenlang doet hij onderzoek naar lang vergeten tunnels. En als er rotsen zijn, volgt de zoektocht naar potentiële grotten. Buju en ik lopen maar al te graag mee in zijn spoor, zo ook naar de grotten in ons eigen dorp!
Onze (kalk)streek staat bekend om zijn grotten. In de Serra de Aire e Candeeiros ontdekten ze lang geleden al vele grote kamers, gangen en ondergrondse rivieren, de ene nog spectaculairder dan de andere. Sommige van die grotten zijn uitgebaat en kan je bezoeken met een gids, andere liggen ietwat verborgen in de bergen, worden af en toe bezocht door speleologen en kan je op eigen risico zoeken en betreden. Het was vorige winter al dat Jannick online informatie vond over een handvol grotten op het grondgebied van ons dorp. Geen enkele daarvan is gecommercialiseerd of zelfs maar aangeduid met een pijltje. We waren erg nieuwsgierig, maar het kwam er niet van om op zoek te gaan. Tot vorige week. Tijd voor een speurtocht!
Een exacte locatie van de grotten hadden we niet, maar we vonden wel cruciale details op het internet. Redelijk snel stootten we op een PDF van een Portugees document uit 1988 waarin archeologische vondsten in ons dorp beschreven werden: metalen voorwerpen, juwelen, megalithische bouwwerken en natuurlijke grotten. Uit de tekst werd duidelijk dat hier al mensen leefden van in het neolithicum, ook in onze vallei. Wauw!
De grotten in de buurt zijn bijna allemaal ontdekt in de negentiende of het begin van de vorige eeuw. Nu ja, allemaal … Uiteraard gaat het enkel over degenen die gevonden zijn. Er zullen er ongetwijfeld zoveel meer verborgen zijn in rotswanden en onder het ondoordringbare struikgewas. Uit de PDF kozen we er twee die een serieuze omvang zouden hebben en waarvan we uit de tekst konden afleiden waar ze ongeveer moesten liggen. Aan de nummers die bij elke locatie vermeld stonden, hadden we niets, want die verwezen naar een oude militaire kaart die al lang niet meer in de handel is.
Zoektocht in het struikgewas
Op naar de eerste potentiële locatie! We rijden maar tien minuten naar het bos op de heuvel aan de rand van het natuurgebied. Grote landerijen, felgroene weilanden en uitgestrekte bossen sieren de omgeving. Na het oversteken van de grote oude weg, komen we niemand meer tegen. En dat blijft zo het komende uur. We parkeren de wagen voorzichtig aan de rand van het onverharde pad en starten onze zoektocht. Buju voorop natuurlijk, hevig snuffelend over het smalle rotsige pad, omzoomd met wilde rozemarijn waarvan de geur ons bedwelmt.
Jannick heeft een pinnetje op Google Maps gezet met de locatie waarvan hij denkt dat ze moet kloppen. We volgen het pad verder de heuvel op. Van zijpaden lijkt geen sprake te zijn en we lopen in een grote cirkel rond de potentiële grot. Dan maar terug en langs de andere kant proberen? Nee, wacht, Buju duikt zonder twijfel een smal paadje in! Meestal zijn dat dierenpaden waar wij niet door kunnen, maar deze keer is er net genoeg ruimte voor zijn mensen. Zou dit de weg zijn? Volgens de kaart lopen we recht naar de grot. Vreugde alom!
Het sprookjesachtige paadje kronkelt tussen hoge struiken en bomen naar boven, tot we opeens op een rotsachtige open plek staan. Het duurt niet lang voor we enkele meters rechts van ons een metersbreed donker gat zien, schuin in de rotswand. Ik word er zowaar een beetje emotioneel van dat het gelukt is en pak Jannick stevig vast. Ondanks zijn pogingen om dichterbij te komen, blijkt de grot totaal ontoegankelijk zonder touwen en specifiek materiaal. Veel te gevaarlijk. Dat hadden we op basis van de beschrijving wel verwacht. Volgens de info die we eerder lazen, vonden ze er skeletten van beren! Ik kan me makkelijk voorstellen dat ze in dit landschap leefden. We genieten nog even van het vergezicht en dalen af naar de wagen. Er staat nog een grot op het programma.
De tweede locatie ligt maar enkele kilometers verwijderd van de eerste. We parkeren op een desolate parking van een protestantse kerk die verborgen ligt in het groen. Deze keer hebben we geen pin op de map, maar wel een accurate beschrijving van waar de grot op de heuvel zou liggen. Buju is in zijn nopjes dat we nog meer gaan wandelen en loopt vrolijk over het brede pad. We passeren een bouwwerk dat ons doet denken aan de bories in Frankrijk en al even mysterieus is, vooral omdat er geen ingang lijkt te zijn.
Boven op de heuvel houden we halt bij een half ingestort molentje. Verderop ligt een verwaarloosde picknickplek, beschut door eeuwenoude kurkeiken. Speurend lopen we rond. We volgen alle paadjes die mogelijk in de juiste richting gaan. Na een kwartiertje geven we het bijna op, maar besluiten toch nog even een eindje naar beneden te lopen, naar het westen. Ook daar stuiten we op een overwoekerd pad waar je gewoon voorbij zou lopen als je er niet specifiek naar op zoek was. “We checken dit nog, en als het hier niet is, dan is het zo”, zegt Jannick. Hij wringt zich tussen de met scherpe dorens beklede struiken terwijl ik even wacht met Buju. “Ja!”, klinkt er een kleine minuut later. Echt?!
Voorzichtig volgen Buju en ik het smalle, amper zichtbare paadje tot bij onze favoriete man. Jannick wijst naar een plek rechts onder ons die perfect voldoet aan de beschrijving die we online vonden: een grote driehoekige opening in de rotsen. Magisch! Het is er muisstil, verlaten en feeëriek. Zonder twijfel neemt Jannick de hoofdlamp en stapt voorzichtig door de hoge ingang om dan te verdwijnen in een donkere gang. Enkele minuten later staat hij met schitterende ogen weer buiten: “Kom mee naar binnen, het is echt prachtig en totaal niet gevaarlijk!”
Buju is bang van (heel) veel dingen, maar loopt zonder aarzelen de donkere grot in. Daar valt mijn mond open van verbazing en krijg ik tranen in mijn ogen. We staan in een kamer van gemakkelijk zes meter hoog, vijftien meter lang en tien meter breed. Spierwitte stalactieten sieren het plafond. In de lichtstraal van de lamp zorgen ontelbare schitterende mineralen voor een majestueus spektakel. We worden er stil van.
Verderop zien we een lagere doorgang waar een vleermuis te slapen hangt. Voorzichtig manoeuvreren we er onderdoor, om langs de andere kant getrakteerd te worden op een prachtige glanzende zuil en de meest fantasierijke vormen. Alle geluiden zijn verdwenen. Uit ontzag en respect beginnen we vanzelf te fluisteren. We zien nog twee gangen die verder in de grot lopen, maar die zijn erg smal en laag boven de grond. Zonder materiaal, kaart en ervaring lijkt het ons geen goed idee om verder te gaan. Ik betwijfel ook of Buju het dan nog zo leuk zou vinden.
Buiten blijven we even nagenieten tussen de struiken. We halen de PDF er nog eens bij. Blijkbaar ligt er nog een heel gangenstelsel dieper in de heuvel en is er nog veel meer dat zelfs nog niet ontdekt is. Fascinerend! Nog meer tot de verbeelding sprekend is het feit dat ze er verschillende lagen botten en assen gevonden hebben. Onderzoekers vermoeden dat er vroeger een necropolis was, een grote begraafplaats of ‘stad van de doden’. Het maakt het er alleen maar mysterieuzer op.
Voldaan, opgeladen en enthousiast taterend wandelen we bij valavond terug in de richting van de auto. Van andere mensen is er nog steeds geen spoor, maar het bos rond ons komt tot leven. Buju focust als eerste op zacht geritsel in de bosjes. Hij staart naar een plek waar het groen steeds heviger begint te bewegen. Opeens komt er een bruin gestreept wezentje uit, een centimeter of dertig lang. Het eerste wat me te binnen schiet is een oversized cavia, maar die leven hier toch niet?!
Na tien seconden is het beestje weer verdwenen en al snel volgt het antwoord. Vanuit het struikgewas horen we dreigend gestamp, gegrom en het kraken van takken. Buju begint hysterisch te blaffen en trekt me bijna omver. De puzzelstukjes vallen in elkaar. Een everzwijn! Het is de mama en we zagen haar kleintje! Nog nooit hebben we zo’n jong zwijntje gezien! Liefst willen we blijven staan om te kijken en luisteren, maar we weten uit ervaring dat je erg voorzichtig moet zijn met everzwijnen, zeker als ze jongen hebben. Een indrukwekkend luide grom geeft me kippenvel en doet alle twijfel wegsmelten. Weg hier! Maar wat een cadeau!
We hadden geen hoge verwachtingen van onze zoektocht en kregen toch meer dan we konden hopen. Twee grotten gevonden, prachtige vergezichten gezien, nieuw wandelgebied ontdekt én een baby everzwijntje gespot. Topnamiddag! En dat op maar tien minuten van ons landje. Feeling blessed.
Foto bovenaan: het uitzicht vanop de eerste heuvel waar we de grot vonden.
Machtig mooi verhaal. Blijf wel steeds voorzichtig met die ontdekkingstochten .groetjes Rob&Geny
Dankje! En ja, dat doen we zeker. 🙂