Dinsdagavond, half zeven. Buju ligt nog na te hijgen van de wandeling in de vallei. Met de oogstmand over mijn arm slenter ik naar wat wij de wintermoestuin noemen, bovenaan ons landje. Welke groenten wil ik in de risotto doen? Ter plekke kiezen, meteen verwerken en een uurtje later eten: het is een luxe die we al een jaar de onze mogen noemen.
In het gouden avondlicht pluk ik een aantal boerenkoolbladeren en snij een handvol stengels van de oogverblindend kleurrijke snijbiet. Geel, wit, roze en rood. De laatste tuinbonen gaan ook in de mand, net als twee uit de kluiten gewassen en sappige preistengels. En dan naar beneden, naar de onderkant van ons veld, naast het riviertje: de zomermoestuin.
Bloedrode klimrozen en kronkelende druivenranken verwelkomen me aan het poortje. Voor me koesteren enkele bedden met jonge zaailingen zich nog in de laatste zonnestralen. Trots kijk ik naar de duizenden plantjes die daar aan het groeien zijn. Van tientallen selderstronken, honderden uien en evenveel preien over jong mosterdblad en courgettes tot de eerste reeksen paprika’s, aubergines, tomaten, pompoenen, komkommers, meloenen en bonen.
Maar ik kom voor de broccoli, of toch de enkele roosjes die nog aan de planten groeien nadat het grote exemplaar al geoogst is. Terwijl ik over het pad struin, proef ik van de aardbeien en knapperige erwtjes, snoepjes van de natuur. De rood generfde bladeren van de bietjes overtuigen me om er toch eentje mee te nemen. En dan nog een kropje prachtig gekrulde sla. Ik werp nog een blik op de woekerende bernagie in de border en word blij van de luid zoemende hommels en bijen die de planten omringen.
Met de volle mand over mijn arm loop ik weer naar boven, pik nog een ui op die op het droogrek ligt en pluk in het kruidentuintje tijm en rozemarijn. Even wassen, fijnsnijden, en dan die hele hoop in de pan bij de risotto, op het vuur in onze geïmproviseerde buitenkeuken. De zon zakt traag achter de heuvel. In het schemerlicht genieten we van de mooie avond en onze eigen groenten. Pure luxe, waar we keihard voor gewerkt hebben.
We kunnen zeggen dat we een jaar zelfvoorzienend zijn in groenten. Dat is iets wat we nooit zo snel verwacht hadden, laat staan dat we overschotten kweken om te verkopen. Het is iets waar we jaren voor vertrek al van droomden en waar we ontzettend veel energie en tijd in staken, allemaal meer dan de moeite waard. Ik vind de woorden niet om te omschrijven hoeveel beter dan verwacht het voelt, en hoeveel meer voldoening we eruit halen.
We dachten dat het in de winter misschien saai zou worden, maar dat werd het nooit. Met dank aan het zachte klimaat en de vruchtbare grond. Heel het jaar door kunnen we een mooie variëteit aan groenten kweken en daar eindeloos veel lekkere gerechten mee verzinnen. Ja, we kochten een paar verse tomaten in de winter, een courgette en een paprika. En tomatensaus. Gewoon omdat we daar echt zin in hadden, en vorig jaar nog niet de mogelijkheid hadden om zomergroenten te verwerken en te bewaren voor de wintermaanden. Dat is de volgende stap.
Wat we ook al bijna een jaar niet meer kopen, zijn eieren. Zowel de eenden als kippen voorzien ons van veel meer dan we zelf op kunnen eten. Elke week verkopen we er dus een dozijn of meer aan mensen in de buurt. Obrigada vogels! Voor fruit hoeven we ook niet meer naar de winkel. Sinds we hier wonen, staan er bijna altijd kratten of emmers vol van buren en vrienden. Nu zijn dat volop zoetzure loquats, snoepwaardige banaan passievruchten en de lekkerste limoenen. Vorige maand waren het nog sinaasappelen en avocado’s. Volgende maand volgen de eerste sappige perziken. Ook die van ons.
Je eigen voedsel kweken geeft zoveel meer dan de lekkerste kraakverse groenten met het maximum aan voedingsstoffen. Ik voel me rijker en zekerder dan ooit. Dankbaar voor alle overvloed die ons omringd. Vol vertrouwen in de toekomst. Lerend en groeiend bij elke zaai-, plant-, hak-, water- of wiedactie. En trots, dat ben ik ook. Op ons en op mezelf, overtuigd van het pad dat we volgen en de keuzes die we maken.
Foto bovenaan: een van de fascinerende bladeren van de snijbiet
Jullie geluk sluipt bij mij binnen wanneer ik dit lees. Ik vind het al zalig om, als ik van de plukboerderij kom, te koken en te genieten van de verse smaken op mijn kleurrijk bord. Maar het allemaal zelf kweken, met vallen en opstaan, is nog een stap verder. Proficiat! Dank je om dit elke keer te delen! En…bom proveito!
Muito obrigada Lucia. 🙂
Bedankt voor je mooie woorden.
Liefs!
Pingback: Over tractorhorror, perziken, familie en meer – Onder de bomen