Stormen, onweer en stevige regenbuien betekenden de start van de tweede lente. Eindelijk werd de grond zacht genoeg om de wintermoestuin aan te planten en de eerste bedden van de zomermoestuin op te ruimen. Maar de focus lag de voorbije weken vooral op het huis, waar Jannick en Workawayer Sam lange dagen doorbrachten met hun handen vol cement.
Storm Kirk zou normaal gezien in het noorden van Europa aan land gaan, maar hij maakte een onverwachte kronkel en beukte in op het noorden van Portugal. Wij kregen de staart over ons heen, al voelde het als een volwaardige storm. Totaal onverwacht begon het ’s nachts loeihard te waaien en stroomde het water uit de hemel. Door het lawaai dat dit creëerde in de camper deden we amper een oog dicht. ’s Morgens ruimden we de losse spullen op die weggevlogen waren. Geen schade. Oef.
We dachten dat het ergste voorbij was, tot we op de weersvoorspellingen zagen hoe een grote storm over de Atlantische Oceaan recht op ons afkwam. Intens! Ook de dagen voor en na waren gevuld met onweer en veel regen. Wat een verschil met de voorbije maanden! Het grote voordeel? Op twee weken tijd was alles weer het friste groen en schoten planten de lucht in. De tweede lente!
Duizenden planten
Zodra de grond tussen de buien door droog genoeg was, trokken we het veld op om de wintermoestuin voor te bereiden, in te zaaien en aan te planten. Dat betekende dat Jannick de tractor voor het eerst in lange tijd weer startte en de bedden en veldjes oppervlakkig freesde. Samen met Sam bedekte hij die met een dikke laag grotendeels gecomposteerde paardenmest die we van de buren kregen (lees: gigantische bergen!). Daarna ging hij er nog eens over met de frees. Klaar om te planten!
Onze wintermoestuin bestaat uit zes grote bedden van een meter twintig op vijfentwintig meter, aangevuld met een veldje van honderdvijfentwintig vierkante meter. Met de handploeg trok ik in dat laatste meer dan tien heuvels in de aarde. In drogere periodes ging dat vlotjes, de dagen nadat het geregend had vloekte ik op de plakkerige klei en bezorgde mezelf pijnlijke blaren op mijn handen. Maar ik zette door. Een week later kon ik daar al honderden uienplantjes, prei en meer dan vijfhonderd looktenen de grond in steken.
Het veldje bevat maar een deeltje van wat er deze winter allemaal zal groeien. We hebben meerdere bedden met tuinbonen, zowel in de winter- als de zomermoestuin. Ook voor kolen hebben we extra plaats gemaakt. Er groeien nu al honderden planten: spruiten, spitskool, boerenkool, Gallische kool, broccoli, bloemkool, paksoi, boksoi, raapstelen en rapen.
De tientallen pompoenen zijn intussen geoogst, terwijl de nieuwe planten zich gretig over het bed uitstrekken. Ook de zoete aardappelen moesten de grond uit toen het natter werd. We schatten dat we een zestigtal kilo konden oogsten. Heerlijk! Ik kan niet wachten tot ik ze binnenkort kan poffen in onze kachel, dé manier waarop mensen de zoete aardappelen hier eten. Uit de zomermoestuin halen we nog steeds paprika’s, bieten, sla, basilicum, aubergines en tomaten. Al zijn die laatste nu echt bijna klaar met geven. Na de overvloed van deze zomer zijn we meer dan tevreden.
Elk seizoen planten we meer dan het vorige. Als we zeggen tegen mensen dat we duizenden planten kweken, denken ze soms dat we overdrijven, maar het tegendeel is waar. Wie op termijn van de landbouw en bijproducten wil leven, moet daar veel energie en moeite insteken. Het domein dat we kochten bestond vooral uit ‘leeg’ veld en dichte kleigrond. We bouwen aan een biologische boerderij from scratch, zonder ervaring, buiten de kleine moestuin die we in België hadden. Toch voelt het goed en juist, alsof we altijd voorbestemd waren om dit te doen. We houden ervan om dagenlang in de aarde te wroeten, te zaaien, planten en verzorgen, ook al is dat vaak keihard fysiek werk. De voldoening en het plezier die we eruit halen zijn onbeschrijflijk.
Door de grote moestuinen, velden en dieren, zijn we steeds meer gebonden aan de boerderij. Deze maand komt daar ook nog een eerste kleine serre bij om beter voor te kunnen kweken. Het is niet makkelijk om weg te gaan, want er moet altijd iets gebeuren. Toch vinden we dat eerlijk gezegd helemaal niet erg. Dit is het leven dat we graag willen leiden. De behoefte om uitstappen te maken wordt minder, de drang om te reizen valt helemaal weg.
Huis in stroomversnelling
Sinds Jannick aan de betonvloer begon, is de renovatie van het huis in een stroomversnelling terechtgekomen. Bijna elke dag goot hij een nieuw stuk, al dan niet met hulp van mij. Toen onze geliefde Workawayer Sam begin deze maand arriveerde, was het bijna klaar. Vanaf die dag had hij weer een vaste hulp en maatje, waardoor alles nog veel sneller ging. Diezelfde week was de betonvloer klaar.
Zonder te treuzelen gingen de mannen verder met de volgende job: gigantische betonnen goten leggen voor het huis. Die zijn absoluut nodig om de enorme hoeveelheden water op te vangen die van de heuvel naar beneden stromen. Geen makkelijk werk, want de massieve dingen wegen belachelijk veel en moeten in de perfecte hellingsgraad gelegd worden. Het werd snel duidelijk dat het in stappen moest gaan. Tussendoor moet het beton kunnen drogen. Op zonnige dagen werken ze er gestaag aan verder, zodat we de rest van de winter gerust kunnen zijn.
De langste dagen brachten Jannick en Sam door tussen de snelbouwstenen. Jannick metste al meer muren, maar voor onze Workawayer was het de eerste keer. Als een volleerde leraar nam Jannick geduldig de tijd om hem alles stap voor stap uit te leggen. Sam is een even grote perfectionist als Jannick, dus hij hoefde zich alvast geen zorgen te maken over de afwerking. Ze werkten elk aan hun eigen deel van de badkamermuur, die er intussen uitziet alsof hij door professionals gemaakt is. De houten kader in het midden is klaar voor de authentieke deur die we kochten in een tweedehandszaak. Ik kan me nu al voorstellen hoe mooi het zal zijn!
Terwijl Sam ‘zijn’ muur verder afwerkte, begon Jannick alvast aan de enige andere muur die gemetst moet worden in het huis. We bestelden de kachel die we wilden, de tegels werden geleverd en er kwam weer een vrachtwagen met meer zand en cement. Aan dit tempo blijft het heel haalbaar om in de loop van de winter te verhuizen. We zullen wel tijdelijk moeten inboeten op het comfort van stromend water, wat we in de camper hebben als we de tank gevuld houden, maar de ruimte die we creëren is dat meer dan waard. Ik kan ook niet wachten om onze geliefden uit te nodigen om ’s avonds lekker gezellig te komen eten, zoals ik dat altijd graag gedaan heb. Nog maar eventjes geduld!
Ode aan Sam
Om af te sluiten toch nog even een welgemeende ode aan Sam, de jongeman uit Engeland die ons voor de tweede keer komt helpen en die we intussen een vriend kunnen noemen. Nadat hij hier in februari op het veld en in het huis kwam werken, hielden we contact. We waren in de wolken toen hij vroeg of hij dit najaar zelfs langer dan een maand mocht komen. Natuurlijk! We wisten goed genoeg dat het heel vlot ging met ons drietjes, zowel op persoonlijk vlak als op werkgebied. Dat hij wekenlang in de (grote) tent zou slapen, vond hij een mooie manier om weer even terug te gaan naar de basics van zijn bestaan.
Onze verwachting voor Workawayers is dat ze vier uur per dag meewerken, maar Sam doet gemakkelijk het dubbele of zelfs meer, ook al drukken we hem op het hart dat hij vrijaf kan nemen. Hij wil dit soort leven ervaren, omdat hij later iets gelijkaardigs wil doen. Daar kunnen we natuurlijk alleen maar blij om zijn. De boeiende gesprekken die we tussendoor voeren maken het plaatje compleet. Zonder hem zouden we absoluut nog niet zo ver staan met het huis. We zijn hem eeuwig dankbaar voor zijn energie, enthousiasme, inzichten en hulp.
Foto: het met de hand geploegde veldje
Super mooi weeral!!!
Proficiat!!!
Knap verhaal !