En toen viel de stroom uit

Op maandag 28 april viel rond half twaalf ‘s middags de stroom uit. Dat gebeurt hier af en toe, dus ik maakte me geen zorgen. Over een kwartiertje zou het wel in orde zijn, toch? Ik had pas door dat het ‘serieus’ was toen een kennis uit het dorp een bericht stuurde: ‘Heb jij stroom?’ Twee minuten later: ‘Mijn vriendin in Peniche heeft ook geen elektriciteit.’ Daarna: ‘Heel Lissabon zit zonder stroom.’ Blijkbaar lag het netwerk plat in zowat heel Portugal, Spanje, het meest zuidelijke deel van Frankrijk en een stukje Marokko.

Mijn nieuwsgierigheid won het van de lange lijst moestuintaken die ik wilde afronden. Het internet werkte nog, dus ik stopte met wieden en ging in de schaduw zitten met mijn telefoon. De kennis uit het dorp stuurde dat ze de melk voor het weeslammetje dat ze grootbracht in de zon probeerde op te warmen. Ze hadden een elektrische kookplaat, en het gasflesje voor de kampeerset was leeg.

Op de live feed van Observador.pt verscheen het ene na het andere bericht. Hoezo waren de elektriciteitsnetwerken binnen Europa verbonden met elkaar? Daar had ik zelfs nog nooit over nagedacht. Er werd volop gespeculeerd over de oorzaak. Een ‘hoogst uitzonderlijk weerfenomeen in Spanje’, of nog veel vaker: ‘een cyberaanval’. Beelden uit de serie Black Mirror flitsten door mijn hoofd. Zou het? Was dit het begin van iets wat ik niet wil beschrijven? Een rilling liep over mijn lichaam.

Jannick was niet thuis, die werkte bij een klant, dus ik belde papa om het even over de situatie te hebben. Hij zei meteen dat wij ons zeker geen zorgen hoefden te maken in vergelijking met de mensen in de stad. Op onze boerderij hadden we eten, water en zelfs 12V elektriciteit in de camper. We moeten eerst nog een aantal werken doen voor we dat systeem kunnen overbrengen naar het huis. Dat kwam meteen iets hoger op de prioriteitenlijst. Papa had natuurlijk gelijk, maar ik maakte me geen zorgen over onszelf, wel over de oorzaak, en over mensen die het minder getroffen hadden.

Mijn dag verliep niet echt anders dan anders. Toen het eindelijk droger was, hadden we heel veel te doen op het land. Vooral dingen waar we het liefst mee bezig zijn: groentebedden voorbereiden, zaaien en planten. Ik checkte af en toe het nieuws, dat wel. Daar hoorde ik dat heel veel mensen vastzaten in metro’s en liften, dat ze niet thuis raakten omdat er geen openbaar vervoer was of er lange files ontstonden zonder verkeerslichten, en dat er eindeloze rijen stonden bij de supermarkten. Daar kochten mensen tientallen liters water en … toiletpapier. Jep, daar gingen we weer!

Jannick kwam naar huis. Zijn klant vond het gek dat hij moest blijven terwijl het hele land zowat stillag. Toen hij voorbij het cafeetje kwam, vroegen ze of hij wat diesel uit de pick-up kon missen voor hun generator. De pompen deden het niet en ze wilden openblijven voor het dorp. Onderweg naar de vallei passeerde hij de intussen bekende gezichten, die hem allemaal bezorgd lieten stoppen en vroegen of we alles hadden voor een eventuele nacht zonder elektriciteit. Zo lief. Het enige waar ik me praktisch gezien zorgen over maakte, was het eten in de vriezer die we aanschaften. In de media zeiden ze dat de storing een week (!) zou kunnen duren. Moesten we het beginnen opeten? Zou het bederven?

Rond half vijf viel het communicatienetwerk volledig weg. Eerst mijn 4G, daarna het gewone telefoonbereik, en tien minuten later ook Jannick’s netwerk, nog gelinkt aan een Belgisch nummer. Gedaan met het nieuws te luisteren dat geen nieuws bracht, want een opwindbare radio hadden en hebben we niet. Dat is waarschijnlijk het enige wat ontbreekt als de stroom langer weg zou vallen. Alhoewel het absoluut niet essentieel is om te overleven, er zeker iemand met een radio zal zijn in het dorp en de autoradio het natuurlijk ook gewoon deed. Tot er geen benzine meer zou zijn natuurlijk …

We waren afgesloten van de buitenwereld, zonder elektriciteit. Eerlijk gezegd vonden we dat prima. Onze geliefden waren op de hoogte. We merkten er weinig van tot het donker begon te worden. En net toen, wanneer de schemer over ons landje viel, sprongen de elektriciteit en het telefoonnetwerk terug aan, om niet één keer meer uit te vallen die avond. Alsof er niets gebeurd was. We zetten de door de zonnepanelen opgeladen lampjes aan de kant en gebruikten dan toch maar de waterpomp in plaats van een bidon. Kleine luxes.

Ik besefte nogmaals dat we een keuze hadden gemaakt waar ik ook in noodsituaties geen spijt van zou hebben. Preppers zijn we niet, maar we nemen wel onze voorzorgen. Een veld vol verse groenten en een degelijke waterput voelen veel veiliger dan een creditcard. In een stad zou ik veel angstiger geweest zijn. Wat als er geen eten of water meer zou zijn? Producenten en winkeliers moesten massaal veel weggooien omdat het niet gekoeld kon worden. Tegelijk was het ook heel duidelijk dat mensen met een luxeleven, de ‘rijken’, het veel lastiger hadden dan zij die een simpel leven leidden. Als het erop aankomt, tellen enkel de essentiële zaken.

Wat als dit wel het begin van het onbeschrijflijke was? Ik wil er niet aan denken, maar doe het toch. Hier, op Terra do Rio, voel ik me best gerust.  Zeker met de fantastische dorpsbewoners die ons omringen. Het communitygevoel kwam instant naar boven. We zouden hier letterlijk maandenlang kunnen overleven zonder weg te moeten, zonder elektriciteit en watertoevoer. Dat is een fijne gedachte, maar ze voelt ergens ook egoïstisch. Want wat met al die anderen? Wat als er een noodsituatie is door oorlog of een natuurramp? We kunnen alleen maar hopen dat mensen dan solidair zijn en elkaar helpen, zoals dat in ons dorp altijd zo geweest is.

PS: Toen ik deze blog publiceerde, waren ‘ze’ er nog steeds niet uit wat de oorzaak was van de grote stroompanne.

Foto bovenaan: de ‘wintermoestuin’, met veldjes aardappelen, lupine/kikkererwten, ui/prei/knoflook, tomaten/aubergines/paprika, nieuw ingezaaide bonen, courgettes/pompoenen. Door het natte weer kunnen we voorlopig enkel bovenaan ons landje planten. We hopen deze maand ook de zomermoestuin vol te zetten. De lijnen op de foto zijn deel van het irrigatiesysteem voor de jonge fruitbomen.